Een liefde(1941)–Ed. Hoornik– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] XIII NOG vele nachten zullen sterren bleeken, Geen dag voorbijgaan, dat ik niet ontbeer: De vogel voor het raam beweegt niet meer, Hij vond den hemel boven andre streken. En binnensmonds hoor ik mij nog wel spreken, Maar diep in mij voltrekt zich de ommekeer: Ik houd van 't leven, vrees den dood niet meer, Lachend zal ik het water oversteken. Vorige Volgende