Geld verdienen zal ik er nooit aan. Briefwisseling Ed. Hoornik en A.A.M. Stols, 1938-1954

[p. 419]

374 Ed. Hoornik aan A.A.M. Stols, 3 december 1953

3 Dec '53¹¹⁵⁶

Beste Sander,

Mag ik je nog even herinneren aan ons gesprek in het oude raadhuis. Het ging over een novelle - ik ben de naam van de schrijver vergeten - die we eventueel in ‘De Gids’ zouden kunnen publiceren.¹¹⁵⁷ Zou je ook andere novellen en ook gedichten, die je als uitgever bereiken, en waarin je qualiteiten ziet - dus die voor een uitgave in aanmerking komen - in overleg met de auteur aan mij kunnen doorsturen.

Hartelijke groeten, ook aan je vrouw

Je Ed Hoornik

1156 Op deze brief maakte Stols de aantekening; ‘antw. 10-12-53 S.’. Een brief van deze datum is niet achterhaald, mogelijk heeft Stols mondeling op Hoorniks brief gereageerd.

1157 Het is niet duidelijk op welke novelle Hoornik doelde. In het oude raadhuis van Den Hang werden jaarlijks de prijzen van de Jan-Campertstichting uitgereikt. Eind 1953 ontving M. Nijhoff postuum de Constantijn Huygens-prijs voor zijn gehele oeuvre, Albert Besnard de Jan Campert-prijs voor zijn bundel Doem en dorst, Albert Helman de Vijverberg-prijs voor zijn roman De laaiende stilte en S. Vestdijk de onregelmatig toegekende bijzondere prijs voor zijn Essays in duodecimo; de jury bestond in alle gevallen uit A. Mout, Bert Bakker, Pierre H. Dubois en J. Hulsker.