Geld verdienen zal ik er nooit aan. Briefwisseling Ed. Hoornik en A.A.M. Stols, 1938-1954

[p. 418]

373 A.A.M. Stols aan Ed. Hoornik, 17 november 1953

17-11-53

Beste Eddy,

Herman van den Bergh wordt niet zestig jaar in 1954, zoals Van Leeuwen in ‘Lyriek en Epiek’ zou doen denken door als geboortejaar 1894 op te geven, maar - gelukkig - eerst in 1957!¹¹⁵³

Vergeef mij deze fout.

Er is dus geen bezwaar dat je zijn stuk wanneer dan ook in ‘De Gids’ plaatst. Je vermeldt er dan wel bij, dat het bedoeld is als inleiding bij zijn ‘Verzamelde Gedichten’, die in 1954 bij mij zullen verschijnen, nietwaar?¹¹⁵⁴

Ik denk ook nog een ‘reclameboekje’ te maken, zoals destijds voor Greshoff, Bloem, Van Nijlen en A. Roland Holst, over Herman van den Bergh, met stukken van Marsman, Binnendijk, van Wessem, Greshoff en anderen.¹¹⁵⁵

Met hartelijke groeten

t.à.t.

Sander

1153 In Epiek en lyriek. Een leesboek voor H.B.S., Gymnasium, Lyceum en kweekscholen, met korte aantekeningen over inhoud en vorm van woordkunst door W.L.M.E. van Leeuwen, waarvan de negende druk in 1952 bij J.B. Wolters te Groningen-Djakarta was verschenen, was de vergissing gemaakt om van Herman van den Bergh het geboortejaar 1894 te vermelden, in plaats van 1897.
Herman van den Bergh (1897-1967), die pas op 30 januari 1957 zestig werd, publiceerde in het interbellum twee belangwekkende dichtbundels: De boog (1917) en De spiegel (1924). De expressionistische dichter werd opnieuw ontdekt door dt Vijftigers en Stols speelde op deze hernieuwde belangstelling in, door in 1954 Herman van den Berghs Verzamelde gedichten uit te geven. Naast de Verzamelde gedichten zou Stols in 1956 ook nog Van der Berghs bundel Het litteken van Odysseus uitgeven.

1154 Het artikel waar Stols op doelde is ‘Neen, dichters sterven niet’ van Herman van den Bergh, dat werd gepubliceerd in De Gids 117 (1954) 1 (januari), p. 2-7. Onderaan de eerste pagina werd in een noot vermeld: ‘Inleiding tot het Verzameld Werk van Herman van den Bergh dat in het voorjaar van 1954 bij A.AM. Stols verschijnt.’ Verzamelde gedichten verscheen in de week van 8 juli 1954.
Hoornik was met ingang van het januari-nummer van 1954 toegetreden tot de redactie van De Gids.

1155 Een reclameboekje voor de Verzamelde gedichten van Herman van den Bergh is niet achterhaald. In vergelijkbare uitgave ter begeleiding van publicaties werd op de voorkant een portretfoto van de dichter afgedrukt, werd binnenin kort iets over het leven en werk van de dichter vermeld gevolgd door een groot aantal citaten uit kritieken over de poëzie van desbetreffende dichter, en werd tot slot nog zakelijke informatie over de uitgave een bestelbiljet opgenomen.