Geld verdienen zal ik er nooit aan. Briefwisseling Ed. Hoornik en A.A.M. Stols, 1938-1954

[p. 269]

233 Ed. Hoornik aan A.A.M. Stols, 25 september 1941

Amsterdam, 25 Sept. 1941.

Beste Sander,

Het valt me erg van je tegen, dat je Helikon als periodiek hebt opgeheven, en van dit besluit aan het departement mededeeling deed, zonder mij er eerst in te kennen.⁸³⁶ Ik kan dus thans niets anders doen dan me erbij neerleggen. Mondeling hoop ik hierop nader in te gaan.

Je zet dus nu Helikon voort, niet als periodiek maar als reeks, die echter onregelmatig gaat verschijnen. In de eerste plaats zou ik willen weten, of alle door mij aanvaarde bundels, dus ook die van debutanten, zullen verschijnen, d.w.z. of ik nog autonoom redacteur ben.

Zooals je weet, had ik bijv. met Keuls een afspraak voor een Helikonbundel. Kan ik erop rekenen, dat deze in ieder geval uitkomt? Hetzelfde geldt ten aanzien van Jan Engelman, Pierre Kemp, E. den Tex en Wim Hussem. Moet ik mijn onderhandelingen met bijv. Wijdeveld en Decorte voortzetten?

Een tweede belangrijke kwestie is voor mij het honorarium. Voor iedere Helikonbundel kreeg ik ƒ20; voor de 10 deeltjes dus ƒ200. Wanneer je nu in 1942 bijv. 3 deeltjes uitgeeft, zou mijn honorarium slechts ƒ60 bedragen. Wanneer ik dus accoord ga met, zooals jij het noemt, ‘Een Reeks Gedichtenbundels, uitgegeven door A.A.M. Stols, met medewerking van Ed. Hoornik’, dan loop ik het risico financieel nadeel te lijden. Ik zou je dus het volgende voorstel willen doen: - De opheffing van Helikon als periodiek betreurend, accoord gaande met de uitgave van de hiervoor genoemde reeks, beding ik als honorarium een bedrag van ƒ200 per jaar, voor hetwelk je mij dan tevens als adviseur voor poëzie aan je uitgeverij verbindt. -

Ik hoop, dat je mij alsnog wilt antwoorden op de vragen, die ik je in vorige brieven deed en dat je mij ook de boekjes wilt toezenden.

Met vriendelijke groeten,

In haast

Je Eddie

N.B. Vandaag was ik in A'dam tegenwoordig op een bijeenkomst, waarin een aantal redacteuren en uitgevers met elkaar overlegden in verband met de arbeidsovereenkomst. Andere uitgevers hebben dus wel degelijk eerst met hun redacteuren overleg gepleegd.⁸³⁷

Nog even een vraag. Bedraagt het honorarium, dat ik aan Nijhoff, Engelman, Keuls, e.a. heb toegezegd nog altijd ƒ22.50 en is dat van de debutanten nog altijd nihil?

836 In september 1941 ontving Stols van het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten een brief, waarin hem werd meegedeeld dat de losse relatie met Hoornik moest worden omgezet in een arbeidsovereenkomst. Maar omdat een vast contract voor beide partijen financieel nadelig zou zijn, besloot Stols het Departement te laten weten dat de elfde jaargang van Helikon zojuist was voltooid en dat hij daarmee de uitgave van het ‘Tijdschrift voor poëzie’ beëindigde.

837 Wat voor bijeenkomst van redacteuren en uitgevers op 25 september in Amsterdam was gehouden, is niet achterhaald.