122 Ed. Hoornik aan A.A.M. Stols, 5 augustus 1940
[Amsterdam,] 5-VIII [19]40
Beste Sander,
De uitgever Van Rossum stelt het volgende voor: Van mijn bundel ‘Dichterlijke Diagnose’ zijn ongeveer 250 exemplaren verkocht. Hij bezit thans nog ± 100 exemplaren gebonden en ± 350 in plano. Hij stelt voor, dat jij deze voor ± ƒ150.- overneemt.
Ik stel voor hierop niet in te gaan; ik hecht aan dezen bundel weinig waarde. Je zoudt er wel een ander bandje om kunnen doen, en opnieuw aanbieden, maar ik geloof niet, dat de bundel zou worden gekocht. Over 1939 zijn ongeveer 30 exemplaren verkocht. De beste oplossing lijkt mij, dat je mij, in antwoord op dit voorstel, een brief schrijft, waarin je mij voor den bundel ‘De erfgenaam’ een zóó groot bedrag aanbiedt, dat Van Rossum hier niet boven zal gaan. Het spreekt vanzelf, dat wij later tot een ander accoord komen, en dat je mij een honorarium uitkeert, wat redelijk is, en waardoor de bundel voor jou géén strop wordt. Schrijf mij even je meening. Het zou natuurlijk prachtig zijn, als ik voorgoed van V. Rossum bevrijd was, maar ik voel niets voor bovenstaande manier.
Hartelijks
Je Eddie