80 Ed. Hoornik aan A.A.M. Stols, 13 december 1939
[Amsterdam,] 13-XII [19]39
Beste Sander,
Vestdijk zegde mij een bundel toe onder voorwaarde, dat hij de daarin opgenomen verzen in 1942 kan laten herdrukken.Ga naar eind266 Hetzelfde geldt voor Hendrik de Vries.Ga naar eind267 Ik hoop, dat je daartegen geen bezwaren hebt. Vermoedelijk gaan Cola Debrot en ik naar Ede; ik wil het toch probeeren bij Nijhoff.Ga naar eind268 Ik heb Greshoff geschrevenGa naar eind269 en zal ook E. du Perron nog vragen. Deze is bezig aan een lang gedicht, schreef Vestdijk mij.Ga naar eind270 Ik heb reeds twee bundels binnen: één van Bertus Aafjes, en één van Van Hattum.Ga naar eind271 Met Vasalis heb ik Vrijdag een onderhoud.Ga naar eind272 Ik hoop haar of Lehmann als no 1 te kunnen brengen.Ga naar eind273 Top Naeff antwoordde nog niet; in het afgeloopen jaar publiceerde zij in Elsevier een 20-tal gedichten, waarvan de toon sterk aan die van de jongeren verwant is.Ga naar eind274 Ik wilde Jo Landheer ook vragen, maar eerst, als het noodig is. Zij schrijft een bewogen, maar m.i. toch zwak vers.Ga naar eind275 Prachtig, dat A. Roland Holst met een nieuwen bundel komt.Ga naar eind276 Ik vergat je nog te zeggen, dat Nes Tergast mij vóór Mei een bundel heeft toegezegd.Ga naar eind277 Wil je mij spoedig antwoorden, opdat ik Vestdijk en Hendrik de Vries kan inlichten. Is het mogelijk, dat een man als Freek van Leeuwen of Aafjes, die het zéér noodig hebben, bij inlevering van de copie voorschot krijgen?Ga naar eind278
Hartelijks
Je Eddie.
N.B. Wanneer moet je uiterijk de copy hebben voor den eersten bundel, zoodat deze nog in Januari kan verschijnen? Maak je ook een prospectus en stuur je bericht aan de bladen?Ga naar eind279
Jan Prins ‘betuigt leedwezen’, en wacht voorloopig.Ga naar eind280
Hartelijk dank voor advies in affaire-Querido. Ik zal hem in dezen geest schrijven.Ga naar eind281
Zooeven ontving ik ook een nieuwen bundel van Achterberg. waarin phenomenale gedichten.Ga naar eind282
Het nieuwe tijdschrift (van Meulenhoff) heet: ‘Perspectief’. No 1. verschijnt 25 Februari.Ga naar eind283
|
-
eind266
- Bedoeld is de bundel Water in zicht, die in september 1940 als nummer 7 in de reeks Helikon zou verschijnen. Op 18 december 1939 schreef Hoornik aan Vestdijk: ‘De heer Stols heeft er geen enkel bezwaar tegen, dat U de gedichten, die U in “Water in Zicht” opneemt, voorjaar 1942 elders laat herdrukken. Het verheugt mij, dat U aan de reeks [...] wilt medewerken. Gaarne zal ik de copie ontvangen. U krijgt 10% van den verkoop, waarop indien gewenscht, ƒ 25.- voorschot wordt uitgekeerd. Het is niet veel, maar ja...’
De eerste drak van Water in zicht werd door het bombardement van Maastricht op 11 mei 1940 vernietigd, waardoor er een nieuwe oplage gedrukt moest worden. Van Water in zicht zou echter nooit een tweede druk verschijnen.
-
eind267
- De dichter en schilder Hendrik de Vries (1896-1989) had meegewerkt aan Het Getij en De Vrije Bladen en debuteerde in 1920 met de verzenbundel De nacht. In 1937 was van hem bij Stols de bundel Atlantische balladen verschenen. Van Hendrik de Vries verscheen geen bundel in de reeks Helikon, omdat hij de letter van Helikon te klein achtte voor zijn poëzie, die ‘vooral in de schemering [moeten] worden genoten’. (Zie br. 202.)
-
eind268
- Het bezoek vond pas plaats op zondag 11 februari 1940. Eind 1939 woonde Nijhoff aan de Stationsweg 40 in Ede, waar hij sinds mei 1939 als officier was gemobiliseerd.
Hoornik schrijft ‘toch’, omdat Stols zelf al eerder had geprobeerd de oplage en editierechten van De wandelaar over te kopen van uitgeverij C.A.J. van Dishoeck, bij wie deze bundel in 1926 in een tweede, gewijzigde druk was verschenen. De derde druk van De wandelaar verscheen niet in de reeks Helikon, maar in 1941 als aparte bundel bij Stols. Het uur u. Gevolgd door Een idylle zou in 1942 als nummer 1 in de Atlantis-serie verschijnen.
-
eind269
- Op 12 december 1939 had Hoornik aan Greshoff, die sinds 12 juli 1939 in Kaapstad woonde, geschreven dat hij redacteur van De Zwanenserie zou worden. ‘Stols vraagt mij U te willen verzoeken medewerking te verleenen aan bovengenoemde Zwanenserie. Ik zou het natuurlijk ongemeen prettig vinden, indien daarin ook een bundel van Uw hand verscheen.’ Maar Greshoff had én niets gereed, én gaf liever gewoon bij Stols uit, zo liet hij Stols op 23 januari 1940 weten. (‘Beste Sander, Do it now!’ p. 435.)
-
eind270
- Het bedoelde lange gedicht is De grijze dashond, dat in januari 1941 postuum verscheen als nummer 11 in de Helikon-reeks, voorzien van een inleiding door Simon Vestdijk. Een brief van Vestdijk met genoemde mededeling aan Hoornik is niet gevonden. Wel schreef E. du Perron zelf al op 21 februari 1939 vanuit Bandoeng aan Stols: ‘Ik wil mijn gedichten wel eens herdrukken, maar wacht liever tot een lang verhaal-in-verzen klaar is, waar ik tusschen de bedrijven soms aan werk, en dat “De Grijze Dashond” heet.’ Op 12 december 1939 schreef Du Perron vanuit Den Haag opnieuw over dit werk aan Stols: ‘Eerst moet ik het lange gedicht afmaken waar ik nu mee bezig ben: “De Grijze
Dashond”’ (E. du Perron, Brieven (ed. Piet Delen [et al.]), dl. 8, Amsterdam 1984, resp. p. 103 en p. 371).
-
eind271
- Dit waren de bundels Het gevecht met de muze van Bertus Aafjes (Helikon 2) en Alleen thuis van Jac. van Hattum (Helikon 5).
-
eind272
- Omdat zij te weinig gedichten had, verscheen de bundel Parken en woestijnen niet in januari maar pas in december 1940 (Helikon 10).
-
eind273
- De Helikon-reeks opende met Dag- en nachtlawaai van L.Th. Lehmann.
-
eind274
- Van Antoinette (Top) van Rhijn-Naeff (1878-1953) verscheen geen bundel in de reeks Helikon. Zij publiceerde minder gedichten in Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift, waarvan zij van 1937 tot 1940 redactrice was, dan het twintigtal dat Hoornik hier noemde.
-
eind275
- Johanna Petronella Landheer (1901-1986) werd bij Stols geïntroduceerd door P.C. Boutens, met wie zij bevriend was. Stols zou drie bundels gedichten van Jo Landheer uitgeven: Golven (1925, herdrukt in 1930), Donkere vruchten (1937) en Verzamelde gedichten (1941). Jo Landheer redigeerde van 1935 tot 1940 Stols'
Helikon, Tijdschrift voor Poëzie. (Zie ook p. 13-14.)
-
eind276
- Pas in december 1940 verscheen bij Stols van A. Roland Holst de bundel Onderweg, als twaalfde deel van De Halcyon Pers. Al op 4 december 1939 schreef A. Roland Holst aan Stols over zijn plannen voor een eventuele nieuwe uitgave, maar de bundel liet blijkbaar op zich wachten, want op 4 mei 1940 schreef hij aan Stols: ‘Als ik de zogenaamde “Tijdsgedichten” afzonderlijk zou uitgeven, zou dat maar een heel dun boekje worden. Ik moet het nog eens rijpelijk overwegen. Vóór a.s. herfst doe ik het in géén geval: - er is dus nog tijd.’
-
eind277
- Van Albert Ernest Bruno Johannes (Nes) Tergast (1896-1974) verscheen in juni 1940 de bundel Glas en schaduw (Helikon 6). De bundel werd samengesteld uit gedichten die eerder in Werk en Criterium waren gepubliceerd.
-
eind278
- Frederik (Freek) van Leeuwen (1905-1968) was een revolutionair socialistisch dichter. In Helikon verschenen van hem twee bundels: Wederkomst en De kruistocht der bedelaars.
Lambertus Jacobus Johannes (Bertus) Aafjes (1914-1993) debuteerde in juli 1936 in De Gemeenschap met ‘Het Italiaans Marialied’. Na het afbreken van zijn priesteropleiding op het kleinseminarie in 1936, studeerde hij archeologie in Leuven en Rome. Na het verschijnen van Het gevecht met de Muze (Helikon 2) in februari 1940, werkte Aafjes als criticus en dichter veelvuldig mee aan Criterium. Over Hoornik schreef Aafjes: ‘Toen ik Hoornik leerde kennen had ik nog niet gepubliceerd. Hij hoorde toevallig van derden dat ik bezig was een verzenbundel samen te stellen. En dus zocht hij mij op, nam de bundel Het gevecht met de Muze met zich mee en publiceerde deze in de Helicon-reeks. Van dat ogenblik af dateert onze vriendschap.’ (Bertus Aafjes, ‘Hoornik als gids’, in De Gids 133 (1970) 3 (maart), p. 173.)
Freek van Leeuwen en Bertus Aafjes hadden beiden geen bron van inkomsten.
-
eind279
- Een aparte prospectus van jaargang 1940 van de reeks Helikon is niet achterhaald. Maar Stols kondigde de nieuwe reeks wel aan in zijn fondscatalogus van voorjaar 1940. Aankondigingen voor Helikon verschenen ook in het Algemeen Handelsblad van 14 april 1940, het Nieuwsblad voor den Boekhandel van 10 januari 1940 en Het Hollandsche Weekblad van 20 januari 1940.
-
eind280
- Jan Prins' (pseud. van Christiaan Louis Schepp, 1876-1948) eerstvolgende bundel zou niet door Stols, maar door L.J.C. Boucher in Den Haag worden uitgegeven.
-
eind281
- Een dergelijke brief van Hoornik aan Querido is niet achterhaald.
-
eind282
- Bedoeld is de bundel Dead end, die in april 1940 als nummer 10 in de Helikon-reeks zou verschijnen. Achterberg droeg deze bundel op aan Hoornik.
-
eind283
- Zie n. 257. De eerste aflevering van Criterium zou in maart 1940 verschijnen.
|