Kracht in swakheit(1696)–Henrica van Hoolwerff– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Vermaak in Eensaamheyd. EEnsaamheyd is goet, Aangenaam en soet, Voor een, die den Heer Soekt, en tracht steeds meer Na by Hem te zyn; En dat schoon geschyn, Alderheerlykst licht, Dat van Gods gesicht Daalt, te mogen sien: Dat best kan geschiên, In gepeyns, gebeên, Eensaam, en alleen, Als men synen nood Uytstort in Gods schoot: Hoort, en luystert stil , Wat God spreken wil. [pagina 30] [p. 30] Roemens waarde saak! Wonderbaar vermaak! Als die hooge woont, Ons syn goedheyd toont, En van vreede spreekt, Als men vierig smeekt, Dat de ziel verheugt, Meer dan al 't geneugt, 't Geen dit aardsche dal, Ons oyt schaffen zal. Daar dog anders niet In is dan verdriet: Of dat vreugde schynt, Maar als rook verdwynt. Daarom ons gemoed, Al des werelts soet, Hoe sy 't meer besiet, Acht een enkel niet. Heer! verlicht myn geest, Dat ik aldermeest Word door vreugd geleyd In myn. Eensaamheyd. Mits het klaar gesicht, Van Uw Godd'lyk licht: En een herten lof, Die in 's Hemels Hof Klimt: daar men 't accoort Van de Eng'len hoort, Singen voor, en na, 't Soet Haleluja. Vorige Volgende