De juichende kinderschaar. Liederen voor christelijke scholen, zondagsscholen, enz.(ca. 1880)–Adolf Jacob Hoogenbirk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 83] [p. 83] 61. Hemelvaartslied. Met geesdrift, doch stating. Muziek van J. Visser. 1. Wees ge-groet, Gij eens ver-ach-te, Nu ge-kroon-de Im-ma-nu- el. Heil-aan-bren-ger, Schuld-ver-zoe-ner, O - ver - win - naar van de Hel! Gij, die mij-ne schuld wodt boe-ten. Die mijn zon-de aan 't kruis-hout droegt, Tot den duur-sten prijs mij [pagina 84] [p. 84] vrij - kocht, En des Sa - tans macht ver - sloegt. Wees ge- groet ver - hoog - de Hei - land! Eeu - wig leeft ge op 's He - mels troon; Voorden ar - beid U - wer zie-le Smaakt Gij 't voor-ge-stel-de loon. Aan Gods rech-ter-hand ge - ze-ten, neen, ver-geet Gij d' U-wen [pagina 85] [p. 85] niet. Bidt Gij voor Uw vrij - ge - koch - ten. Die G'op aar-de Iets lecendige. ach - ter - liet. Ee-re. aan-bid-ding machten glo-rie, Zijn Gij waard t' ont-van-gen, Heer! Lui-de Hal - le - lu - ja's rij-zen On-op- recitatief - hou-d' lijk tot Uw eer; Ee-g'len. Se - rafs, Che-ru-bij-nen! Stemt uw [pagina 86] [p. 86] hooge-ste lof - ak - koord; Zingt dien Hei-land on - zer zie - len, Wien uw schoon-ste lof be-hoort! Vorige Volgende