De juichende kinderschaar. Liederen voor christelijke scholen, zondagsscholen, enz.(ca. 1880)–Adolf Jacob Hoogenbirk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 82] [p. 82] 60. Paaschlied.. Harmonie van J. Visser. 1. Daar juicht een toon, daar klinkt een stem, Die galmt door gansch Je- 1. ru - za - lem, Een heer - lijk mor-gen - licht breekt aan. De 1. Zo - ne Gods is op - ge - staam! 2. Geen graf hield Da - vids Zoon om-kneld, Hij o - ver - won, die 2. ster - ke Held, Hij steeg uit 't graf door ei - gen kracht; Want 2. Hij is God, be - kleed met macht. 3. Nu jaagt de dood geen angst meer aan, Want al - les. al - les 3. is vol- daan; Die met ge - loof op Je - zus ziet. Die 3. vreest voor dood of hel - le niet. 4. Want nu de Heer is op - ge - staan, Nu vangt het nieu - we 4. le - ven aan. Een le - ven, door Zijn dood be - reid, Een 4. le - ven in Zij heer - lijk - heid. Vorige Volgende