De juichende kinderschaar. Liederen voor christelijke scholen, zondagsscholen, enz.(ca. 1880)–Adolf Jacob Hoogenbirk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] 37. Pinksterlied. Bewerkt naar de melodie: ‘O! Sanctissima’. Koraalmatig. Door J. Visser. 1. Looft den Hee - re, Geeft Hem ee - re; Prijst Zijn Naam met 1. lof - ge - klank; Dat elk blij Hem noe - me, Zij - ne goed-heid 1. roe - me, En Hem bren - ge ook zijn dank. 2. ‘Wilt niet vree - zen, 'k Laat geen wee - zen ‘U, Mijn jon-g'ren,’ 2. spark de Heer, ‘'k Zal Mijn Geest met stroo - men U doen ne - der- 2. ko - men, Op - dat Die u wijs - heid leer'.’ 3. 't Hun be - loof - de, Vast ge - loof - de, Werd ook niet ver- 3. geefs ver - beid. Nauw zijn ze - ven we - ken Vol ge - beds ver- 3. stre - ken, Of reeds blijkt het 's Hee - ren tijd. 4. Rij - ken ze - gen Al - ler - we - gen Sprei-dend, daalt de 4. Troos-ter neêr; Wind en vuur ver - zel - len Zij - ne komst en 4. spel - len De na - bij - heid van hun' Heer. 5. Hoort hen spre - ken Bij hun preê - ken Ta - len door Gods 5. Geest ge - leerd, 't Feest der eer - ste - lin - gen Meldt ons groo - te 5. din - gen: Drie - maal dui - zend zij be - keerd. 6. Niets ver - hin - dert, Of ver - min - dert, Ook nog thans Uw 6. won - d're macht: Wil ons, Geest des Hee - ren, Schen-ken of ver- 6. mee - ren Het ge - loof door U - we kracht. Vorige Volgende