De juichende kinderschaar. Liederen voor christelijke scholen, zondagsscholen, enz.(ca. 1880)–Adolf Jacob Hoogenbirk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] 14. Zendingslied. Met gevoel. Muziek van J. Visser. 1. Van Je - zus' lief-de mag ik zin-gen, Wijl Hij zich in den 1. dood be - gaf, Op - dat nu elk der ster - ve - lin-gen Niet 1. meer zou vree - zen voor het graf. Wie op Zijn woord Hem 2. Want Hij wil al - len za - lig ma-ken, Ver-geet ook de ar-me 2. Heid'-nen niet, Hen als een Her-der trouw be - wa-ken, Wijl 2. Hij hun Zij - ne hul - pe biedt; Geen af - god kan het 3. En Is - rel, hoe ook diep ge - zon-ken, Door zij - nen Chris-tus- 3. haat en moord, Hoe ook van 's we-relds wel - lust dron-ken, Zal 3. eens ver - vuld zien 's Hee-ren woord: ‘Je - ru - za - lem zal 4. O, welk een heil, door Je - zus' lief-de Voor zon - daars thans tot 4. stand ge - bracht! Hoe on - ze zon - de Hem ook grief-de, Hij 4. zocht ons op bij dag en nacht; En nog, Hij zoekt wie 5. Laat, Heer! Uw lief-de me al - tijd drin-gen Tot ij - ver voor Uw 5. dienst en eer; Uw ze - gen da-le op zen - de - lin-gen, Op 5. al Uw trou - we knech-ten neêr. 'k Zal U, mijn Hei - land! [pagina 19] [p. 19] 1. wil ge - loo - ven, Dien zal geen dui-vels-macht ooit roo - ven. 2. ooit ver-hin-d'ren, Dat Hij hen maakt tot Zij - ne kin - d'ren. 3. weêr her-bloei - en, Van melk en ho - nig o - ver - vloei - en’. 4. zijn ver - lo - ren, Hun nood-kreet wil Hij gaar-ne hoo - ren. 5. eens daar-bo - ven, Hal - le - lu - ja! voor eeu-wig lo - ven! Vorige Volgende