De juichende kinderschaar. Liederen voor christelijke scholen, zondagsscholen, enz.(ca. 1880)–Adolf Jacob Hoogenbirk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende 9. De Godsrivier. Enk. stemmen. 1. Zou-den wij ook een-maal ko-men. Waar de le - vens-stroom ont- 2. Za - lig, heer-lijk zal 't ons we - zen, Daar ver - lost van zon - de en 3. Laat ons in die ho - pe le - ven! God, die ons haar vreug - de 4. Haas-tig spoedt ons le - ven he - nen, Maar het uur breekt spoe - dig [pagina 12] [p. 12] 1. springt, En aan al - toos groe - ne zoo - men, Chris - tus' 1. Kerk Zijn lof steeds zingt? 2. pijn, Rein, van al - le smet ge - ne - zen, Meer dan 2. d'en - g'len Gods te zijn. 3. biedt, Wil Zijn Geest als pand ons ge - ven, Dat ge- 3. na - de ons is ge - schied. 4. aan, Dat, van he - mel - glans om - sche - nen, Saam voor 4. Je - zus' troon wij staan. Laat ons stre-ven eens te ko-men. Aan de 1-4. zil - v'ren, zil - v'ren stroo-men. Waar aan hun bloem - rij - ke 1-4. zoo - men, Chris - tus' kerk 't Ho - san - na zingt. Uit ‘In het land der Vreemdelingschap’. Vorige Volgende