De juichende kinderschaar. Liederen voor christelijke scholen, zondagsscholen, enz.(ca. 1880)–Adolf Jacob Hoogenbirk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende 10. Engelen wachten. Duet. 1. En-g'len wach-ten ons bij 't komen Aan het heer - lijk, he-melsch strand. 2. De en-gel wacht daar kind en grij-ze, Die in 's Hee-ren we-gen ging, 3. De en-gel wacht daar Je - zus' bo - den. Vre-de-boôn voor 't Heiden-land, 4. In der heem-len blij-de za-len. Door de Gods - ri - ver be - sproeid, [pagina 13] [p. 13] 1. Lei-den langs de le - vens-stroo-men Ju-blend ons in 't va-der - land, 1. Ju-blend wach - ten en - g'len - ko - ren! Met hun har - pen in de 1. hand, Doen ze in vol - le to - nen hoo-ren: 't Wel-komst-lied in 't va - der- 1. land. 2. Wacht d'een-vou-di - ge en den wij-ze, Die aan Je - zus' woorden hing. 2. Wie voor 's Hee-ren naam hier le - ven. Strij-dend om de le - vens- 2. kroon. Zal in en-g'len - zang om-zwe-ven: ‘'t Vre-de zij u’, van Gods 2. troon. 3. Die er zon - daars bid-dend noo-den Tot den tocht naar 't beet're strand. 3. Zend'ling en be - keer - de Hei - den, Van hoe ver - re en woes - te 3. kust, 's He-mels feest-lied zal hen lei-den In des Hee - ren vreug-de en 3. rust. 4. Waar in eeuw'ge zon - ne-stra - len Rijk de boom des le - vens bloeit; 4. Daar wacht rust ons, rust en vre - de. Door geen zon-de of zorg ge- 4. stoor, En ons hart stemt luid' er me-de In der en - g'len vreugd-ak- 4. koord. Ziet, zij wach-ten, wach-ten, wach-ten Ons aan 't heer-lijk, he-melsch [pagina 14] [p. 14] 1-4. strand, Lei - den langs de le - vens-stroo-men, Ju-b'lend 1-4. ons in 't va - der - land. Uit ‘In het land der Vreemdelingschap’. Vorige Volgende