Zedezangen en stigtelyke liederen(1708)–Jan van Hoogstraten– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Aen zekeren Berisper Turpe est doctori cum culpa redarguit ipsum. XCI. Zang. Vois. Flora hoe ydel is uw roem? 1 Gy smaalt op hun die buiten egt In minneweelde zig vermaken Als verbode zaken, En gy vat het regt. Maar gy, die nu gehuwlijkt leeft, En egter u tot overspel begeeft, Geveinsde waarom ziet Ge in u die misdaad niet 2 Of hoe na waandge dat Gods wet Maar voor de onnooslen is geschreven? En dit wulpze leven Uwe ziel niet smet? Geleerdheit, daar uw naam mé praalt, Maakt u niet vry, van 't geen daar gy op smaalt Zoo gy 't verbode quaad In stilte zelf begaat. 3 De wangunst ziet dus vol van nijd [pagina 137] [p. 137] Den splinter in haar broeders oogen, En kan niet gedogen 'T minste leed verwijt. Schoon haar een balk zit in 't gezigt, Elk 't zijn te zeggen, waand zy, is haar pligt. Maar zoo zy 't wel verstont, De schaamte sloot haar mond. Vorige Volgende