Zedezangen en stigtelyke liederen
(1708)–Jan van Hoogstraten– Auteursrechtvrij
[pagina 107]
| |
De zoetste rust in Jesus mijn behagen,
Mijn hoop, mijn troost, en stut in gevaar,
Heeft my al 's werrelts onheil leeren dragen.
Op zijne borst valt niets my te zwaar.
2
Daar zou ik schrikken, nog bezwijken,
Al stond al de aard in vlam, en vuur.
Het mindre moet voor 't meerdre wijken,
Mijn God is meester der natuur.
In hem alleen ziet alles zig verheffen.
De Hemel valt, als de aard hem te voet,
Wat donderbuy, wat blixem dreigt te treffen.
In hem te rusten is veilig en zoet.
3
Ach! Jesus! ach! mijn zielsbeminde.
Gun ons, in alle leed, en smart,
Noit andre lust, of rust te vinden,
Als u te leggen aan het hart;
Gy zijt mijn liefde, en hoogste welbehagen.
In uwe omhelzing blaakt mijne ziel.
De rust in u kan alle leed verjagen.
Ag! dat mijn zugt uw genade beviel!
|
|