Zedezangen en stigtelyke liederen(1708)–Jan van Hoogstraten– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 104] [p. 104] LXX. Zang Op mijn dogtertje H.v.H. in haren ouderdom van 2. jaren, in een groote krankte. Sinite parvulos venire ad me: Et ne prohibueritis eos; Talium enim est Regnum Dei, Mat. 19:14. STurft gy in deze uw teedre jaren, Gy waard gewis in 't hemelrijk Den zalige Engelen gelijk: Geen aards geval zou u bezwaren; Wanneer uw zieltje door de lugt, Ver boven alle sterflijke oogen, Zou zorg'loos zijn van de aard gevlogen, Daar elk om ramp, en onheil zugt. Gy zoud in 't paradijs geheven, Noit weder na beneden zien, Maar boven lugt, en wolken vlien, Daar duizent Cherubijntjes sweven, Op wiekjes witter dan yvoor, En parlemoer, hoe blank geslepen, Daer elk van heilig vuur gegrepen, Vangt Hemelzang met hart, en oor. Daar zoud gy zien de Godheid pralen, In 't heerlijk ongenaakbaar ligt, En als getroffen in 't gezigt, Neerbuigen voor die sterke stralen. En wy, om zulk een zalig lot, Van uw gezelschap hier gescheiden, [pagina 105] [p. 105] Verheugden ons u te geleiden, Met zangen, en gebeen by God. Was u die vredezon beschenen, Wie zou'er om uw sterfdag weenen. Vorige Volgende