Zedezangen en stigtelyke liederen
(1708)–Jan van Hoogstraten– Auteursrechtvrij
[pagina 38]
| |
Den druk, ô Heer! uit onze zinnen:
Wanneer wy twijsten te bestaan
En roert ons ingewand van binnen.
3
Wy heffen des 't gezigt om hoog,
ô Vader der barmhartigheden!
Om met een vrolijk hart en oog
Uw gunst te loven hier beneden.
4
Wat zijn, wat blijven wy verschult
Aan uw genaden zonder enden?
Daar gy, uit heilig ongedult,
Ons telkens rukt uit alle ellenden?
5
ô Heer uw wonderwerk is groot.
Wie zig beschermt in uwe muren,
Braveert alle onheyl, hel, en doot,
En ziet uw glori eewig duren.
|
|