Zedezangen en stigtelyke liederen(1708)–Jan van Hoogstraten– Auteursrechtvrij Vorige Volgende XVIde zang. Dezelve op een andren toon Wijze. Hoe zal ik nu mijn droeve dagen enden? &c. 1 Ey! zie, hoe goed, hoe aangenaam, en lieflijk Is 't, daar op aard de broederen by een Inwonen, voor elkanderen gerieflijk In alles, wat hun voorkomt, wel te vreen! 2 Die vrede is, als den balsem mildgedropen Van ARONS hooft, in zijn gewyden baart: Tot daar zy langs zijn schouderkleed geloopen 'T gezalfde Hooft in reynigheyt bewaart. 3 Die vrede is, als een dauw van vette stralen Die zegenrijk gedruppelt uit de lugt Komt op 't gebergt van SION nederdalen En met haar vogt den HERMON mild bevrugt. 4 Want daar de Heer de broeders dus ziet wonen Eendragtig by elkaar in stille rust, Zal hy dat huis met heyl, en zege kroonen Die eewig duurt, en nimmer word geblust. Vorige Volgende