Zedezangen en stigtelyke liederen(1708)–Jan van Hoogstraten– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 25] [p. 25] XVIIde zang. Psalm. 133. Ecce quam Bonum est Ecce quam jucundum &c. Wijze. 1 Ey zie! hoe zoet, en lieflijk is het leven Van broedren, die van haat, nog nijt gedreven Noit vyandschap beroknen, maar te vreen In alles, hier inwoonen stil by een! 2 Die vrede is als een dauw van vette stralen, Als de oly, die van Arons hooft quam dalen En met haar vet zijn baard, en heilge kin Bevogtigde uit een goddelijke min. 3 Tot daar zy van zijn halsdoek afgedropen Kwam langs den zoom van 's Priesters kleedren loopen Gelijk den dauw van Hermon, welkers lugt Het steyl gebergt van Sion mild bevrugt. 4 Want daar de heer dus broederen ziet leven, Zal hy hun heyl, en sterkte, en voorspoed geven, En hunne ziel met zege zonder maat Bekroonen, die door eew, nog tijt vergaat. Vorige Volgende