Zedezangen en stigtelyke liederen(1708)–Jan van Hoogstraten– Auteursrechtvrij Vorige Volgende IIIde zang. Simeons blytschap. Wijze, Tranquille Coeur &c... 1 Wat glans! wat zege! wat geluk Bestraalt uw ziel tans allerwegen ô Simeon! die, buiten druk, Uw hartenwens hier hebt verkregen. Juich Gode! juich! u kan geen grooter heil geschien, Als God in 't ligt te zien. 2 Ik hoor, hoe gy geheel verrukt, En van verwondring opgetogen, Uw Schepper looft, daar 't u gelukt Gods Zoon te aanschouwen met uw oogen. Gy kust dat zalig kind, voor welkers lief gezigt De gulde zonne zwigt. 3 ô Die een ogenblik, met u, Die vreugde, tot zijn heil, mogt smaken! Wat aardse weelde zou hem schuw Of wars van Jesus liefde maken? Zijn ziel, hoe zeer voorheen van 's Hemels gunst ontaart Vloog hemelwaarts van d'aard. [pagina 5] [p. 5] 4 Daal vry, ô zalige! in uw graf: Gy hebt, op uw gebed, genoten Het waardste dat God iemand gaf. Wie hem omhelst sterft onverdroten: Gelijk gy juichende van Jesus zelf gekent Gerust uw leven end. Vorige Volgende