Bij de zesde, herziene en bijgewerkte druk
Nadat de schrijver dezes een eerzame onderscheiding ten deel is gevallen voor zijn bescheiden bijdrage tot de ontwikkeling van de ideeën die hier beschreven zijn, meende hij nogmaals aanpassingen te moeten aanbrengen. Het standaardmodel staat als een huis, zodat de eerste helft van het boek nauwelijks wijzigingen behoefde. Er zijn wat fraaiere figuurtjes aan toegevoegd. Maar met veel energie trachten de onderzoekers de diepere wortels van het standaardmodel uit te graven, en er nieuwe elementen aan toe te voegen. Wat dit betreft stapelen de nieuwe bevindingen zich op.
De supersnarentheorie vindt nog steeds volop aanhang, ook al heeft men nu het accent verlegd naar wat nu ‘M-theorie’ heet, zijn er allerlei soorten membranen (de ‘p-branen’) aan toegevoegd, en erkent men nu ook het belang van de ‘zwarte gaten’ in deze theorieën. Strikt genomen zijn alle deeltjes, snaren en embranen nu ‘zwart’. Nog steeds worden deze ideeën omgeven door een waas van geheimzinnigheid, maar ze zijn belangrijk genoeg om er extra aandacht aan te besteden. Ook de kosmologie, of ‘heelalkunde’ mocht nu niet meer ontbreken.
Gerard 't Hooft, augustus 2002