W.D. Hooft: Door-trapte Meelis en J. Noozeman: Lichte Klaartje
(1999)–Willem Dirckszoon Hooft, Jillis Noozeman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 57]
| |||||
2. Teksten | |||||
[pagina 58]
| |||||
[pagina 59]
| |||||
W.D. Hoofts klucht
| |||||
[pagina 60]
| |||||
Ga naar margenoot+
|
Sytien: een Varent Mans Vrou. Ga naar voetnoot+ |
Melis: een Metselaer. |
Griet: de Metselaers wyf. |
Styntie: de Vrou uyt de Comeny. Ga naar voetnoot# |
[pagina 62]
Ga naar margenoot+
D'EERSTE UYTCOMST
SYTIEN UYT AL HUYLENDE.
Ga naar voetnoot-
NOotlijck en bedruckt bevijn ick is het scheye
Ga naar voetnoot1,
k'Heb sulcken droeven giest, dat 'kmewel tot water sou
schreye
Hoe'k mijn krop neer swelch, hoese mijn mierder opwaers parst
Ga naar voetnoot3
Ick moetet uyt krijten, want me dunckt dattet me te sijen
uytbarst
Ga naar voetnoot4,
5[regelnummer]
Sulcken moeyen jonghen man selck
Ga naar voetnoot5 die de hiele soomer moete
misse
En in d'onstuymighe zee, voor Duynkercke legghe visse
Ga naar voetnoot6
Mijn dunckt datme de tijdt, wel hondert jaer sel valle
langh,
In
Ga naar voetnoot8 as ick varder daynck, o mijn,
maeck ick men hiel bangh
Wantet nu oorloch is in wort hy daer e vanghe
Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Soo wort hy lichelijck van heur op e hanghe
Ga naar voetnoot10,
Maer hoe licht avontuert ien Zeevarent man oock sijn vleys en
sen bloet
Ga naar voetnoot11
Dat om ien buyck vol broodt
Ga naar voetnoot12, 't is
niet wonder (segh ick) datter de moet
Als sy't al over dayncke terstont niet en gaet legghe
Ga naar voetnoot12/3
Daer van mocht hy int of scheye goe man
Ga naar voetnoot14
wel teugheme segghe
15[regelnummer]
Lieve wijfje, mijn leve hetme gien reys soo swaer voor e
staen
Ga naar voetnoot15
Als nou dese, die'k op heden mien an te gaen
Ga naar voetnoot16,
En voort int Schip tredende
Ga naar voetnoot17 borsten hem de tranen uyt sijn ooghe
En de mijnen oock: de seylen op e haelt sijn met ien voorwint
uytme gesicht e vloghe
Ga naar voetnoot18,
Gien dingh wroecht mijn mier als dat hy soo gheweldich was
betreurt
20[regelnummer]
As icker noch om daynck duncktme datme 't hart an duysent
stucke scheurt,
Och ick kan qualickies van moeylickheyt bedaren
Ga naar voetnoot21.
GRIET
Wel Melis Tijssen hoorie onse buer wijfje daer niet huylen en
baren
Ga naar voetnoot22.
MELIS
Och jae'k
Ga naar voetnoot23 wijfje jans, maer ick wist niet dat sy het was.
Ay kom trooste wyer ien lutje, ick bid jou ras, ras
Ga naar voetnoot24,
25[regelnummer]
Ick gis dattet daerom is dat haer man van daech in Zee is
e teghe
Ga naar voetnoot25
Kom treen wy by heur en sien hoe de saeck is gelegen.
[pagina 64]
GRIET
Wel Sijtgen buur hoe staeje hier soo bitterlijck en huylt
Ga naar voetnoot27?
MELIS
HY GEEFT HAER EEN DOECK.
Wel spreeck jy niet isser ienighe swaricheyt die in jou
schuylt.
Daer veecht jou traentjes of, wiltet teghen ons openbare
Ga naar voetnoot29.
SYTIEN
30[regelnummer]
Och neen: maer ick bin moeylick dat
Ga naar voetnoot30
mijn man soo treurich is van me e vare
En al men surch is dat hy blyve sel of datter ien arger
mocht uyt spruyte
Ga naar voetnoot31.
GRIET
Wech wech, laet die malle fantesy vry weer te rugh stuyte
Ga naar voetnoot32.
MELIS
Jae voorseker Wijfje, och moer, jy krijght hem wel weer t'huys
voorwaer.
SYTIEN
Jy sechtet, maer ick weet niet, of het also briet of klaer
35[regelnummer]
Sel wesen
Ga naar voetnoot34/5 of het ien duyfjen had e lesen
Ga naar voetnoot35.
GRIET
Och jae Sytje buur dat sel wel gaen, k'sou daer niet eens
Ga naar voetnoot36 voor
vrese,
Set jou hart op ien goe stee
Ga naar voetnoot37, je sint mal
datie jou hier in sout quellen
Tis maer ien mymery, die jy jou selfs voor ooghe gaet stelle
Ga naar voetnoot38:
In siet toe dat jy jou sinnen daer niet al te seer in verwert
Ga naar voetnoot39.
SYTIEN
40[regelnummer]
Jae ksou wel
Ga naar voetnoot40
maer te beklemt, te benaut, te bedruct is nou men hart,
MELIS
Nou nou Sytie buur, bedwinght jou klaechelycke stemmetie,
En voor dees banghe suchies, soo gheeft liever soon stijf
bremmetie
Ga naar voetnoot42,
Set swaricheyt ter sy, neemt an ien vrolijcke sin
Ga naar voetnoot43
Want al de treuricheyt vret as de kancker in,
45[regelnummer]
Jae jy sout hier deur in teeringh
Ga naar voetnoot45 kenne rake
Want jou twie oochiens bruyn, jou voorhooft, jou neus, jou mont,
jou kin jou kaken
Souwen hiel veranderen, je sout uit e put worden as ien doodt
die over bien qualick het vel
Ga naar voetnoot47,
In jy sout in sulcken tormentasy
Ga naar voetnoot48 leve, of jy lach
in een barnende hel,
Ghelijck onse Lijsbetie bonefaes, die doort misse van heur man
so langh gingh knaghe
Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
Tottet te laet was, jae gien Doctooren konnen heur helpen
by wie men oock gingh vraghe,
[pagina 66]
Daynckt dat quammer door sulcx dat sy niet in tijdts
gingh vlien
Ga naar voetnoot51,
Jae se teerde so schoon
Ga naar voetnoot52 uyt, datie mit
ien keers door heur lichaem con sien
Dit quynen duerde
Ga naar voetnoot53 jaren langh, ten lesten het syt op
e gheven,
En in dien jy me dus voort gaen wou, soutie ooc wel haest
verkorten je leve
Ga naar voetnoot54,
55[regelnummer]
Daer van set gien swaricheyt voor datter swaricheyt is
Ga naar voetnoot55.
GRIET
Ja kijck Sytie al dese dingen spruyten uyt ien
bekommerde kommernis
Ga naar voetnoot56
Tis tot een exempel dat hy jou dit heeft gaen verhalen
Ga naar voetnoot57.
SYTIEN
k'Danck hem vande waerschouwingh k'weet niet met wat deucht
Ga naar voetnoot58 dat icket sel
betalen,
Heer hoe fraeyties en hoe gheschickjes kan hy reedenere
Ga naar voetnoot59.
GRIET
60[regelnummer]
Dat doet dat hy by veel verstandighe het gaen verkeere
Ga naar voetnoot60.
SYTIEN
Dat siemen wel aen sijn aensicht en aen sijn neerslaghen
ghesicht
Ga naar voetnoot61.
MELIS
Hoe vaertet Sytie is de swaricheyt wat vant hart e licht.
SYTIEN
Och jae, mocht jy slechts altijt as ien vertrooster
Ga naar voetnoot63 by my blyven.
MELIS
Voor mijn ick souwer in alles wel wille gheryve
Ga naar voetnoot64.
GRIET
65[regelnummer]
Wat sech jy?
MELIS
As datwet wel souwe doen haddewe slechs de tijdt.
GRIET
Dat is oock so, o mijn ick gae, hoor, hoor, hoor, mijn kijnt dat
krijt
Ga naar voetnoot66.
MELIS
Doet soo men wijfie ick moet sulcx doent prijsen
Ga naar voetnoot67
En tis oock moerlicke liefde datme de kyerties
Ga naar voetnoot68 sulcks gaat
bewysen.
GRIET JANS BINNEN
Ga naar voetnoot-, MELIS BLYFT
BY SYTIEN STAEN.
MELIS
Maer jou man as hy thuys is, hetty jou dan al wat besint
Ga naar voetnoot69,
SYTIEN
70[regelnummer]
Och jae.
[pagina 68]
MELIS
Het verheughtme dat je het so wel iens bint
Ga naar voetnoot70,
Maer tis vremt dat hy jou dan so licht kan begheven
Ga naar voetnoot71.
SYTIEN
Wat sou hy doen we moeten vande Zee leven,
Want hy kan geen Ambacht, en met leech gaen en raecktme niet
voort
Ga naar voetnoot73.
MELIS
Nochtans duncktme ist ien dingh dat niet en behoort
75[regelnummer]
Voor ien ghehylict
Ga naar voetnoot75 man, want hy liet
zijn wijfie in droefheit en in klagen.
Voor mijn ick nam liever ien hennepseel
Ga naar voetnoot76 ommen hals en ging wat drage
Voor de goe luy
Ga naar voetnoot77, ier ick sulcken
troosjen soo langh allienich liet.
SYTIEN
Hy sou wel mee, maer te beschreumt is hy
Ga naar voetnoot78, hy maer en durft niet.
MELIS
Dat most hy setten ter sy en doent
Ga naar voetnoot79 door liefde van sijn vroutje,
80[regelnummer]
Want dan sou jy ierst sien sijn lieft, sijn eed, sijn
troutie,
En 't sou jou wel
Ga naar voetnoot81 aenghenaem wesen (soo'k
vermoe) om sien,
Want het is ooc onlustich
Ga naar voetnoot82 voor een
Vrou so langh te slapen allien,
En het soetste
Ga naar voetnoot83 soet 't gheense ghewoon is, moet
soo langh ontbeere.
SYTIEN
Wat souck doen, k'moet sulcx voor dees tijdt uyt mijn weere
Ga naar voetnoot84,
85[regelnummer]
Daynckt dat ick hem soo swaer val te missen as hy mijn
doet
Ga naar voetnoot85.
MELIS
Wat jy bint seker mal dat jy sulcx plaetst in jou ghemoet
Ga naar voetnoot86,
Wat mien jy dat hyt soolangh sonder vrou kan maecken
Ga naar voetnoot87,
Och neen moer, de ierst de best, so haest alsse slechts an lant
rake
Ga naar voetnoot88
Want dat scheepsvolckie is te hettich
Ga naar voetnoot89 alsse in
langh geen vrouluy hebben e sien.
SYTIEN
90[regelnummer]
't Kan Beuren, dan ick loof qualijck dat van hum sulcks
sel schien
Ga naar voetnoot90,
Want ick weet dat hy soo hiel hietjes niet en is e bakert
Ga naar voetnoot91.
MELIS
Soo hoor'k is hy ien drooghen slapert
Ga naar voetnoot92, en gien mannelijcke wakert,
Voor mijn en ist gien deech ast mijn wijfie gien twiemael
s'nachts wil ghehenghen.
Ga naar voetnoot93
SYTIEN
Jae k'gis datie dan over hebt meuchie wel int Gasthuys brenge
Ga naar voetnoot94.
[pagina 70]
MELIS
95[regelnummer]
Ja segge, met het overschot stelden ick jou in wel mier
me te vreen
Ga naar voetnoot95.
SYTIEN
Soo geeft al op trouwen ick siet wel an de raddicheyt van jou
leen
Ga naar voetnoot96
Dat jyt geweldich haestichjes sout kunnen of klaren.
MELIS
Jae k'wou slechts dattewe een cartieruyrtie
Ga naar voetnoot98 t'samen in
een hoppesack e nayt ware,
K'mien datie wel haest smaeck inme soeticheyt kryghen sout.
Ga naar voetnoot99
SYTIEN
100[regelnummer]
Wat sout wesen je slacht mijn je bint al me out inne
kout
Ga naar voetnoot100,
Ick gis datie wel ien ander tot hulp sout behoeven.
MELIS
Ay secht dat niet, voor dat jyt met mijn hebt gaen beproeven
Ist jou sin
Ga naar voetnoot103 gaenwe datelijck t'samen in
jou huys.
SYTIEN
Wel wat sout dan wesen, waers onse kat
Ga naar voetnoot104 toch, puys puys, puys,
105[regelnummer]
Ja wel wat dunckje, klincksnoer
Ga naar voetnoot105 is al me ien visie
Ick wou jou wel te roer staen al had icker sulcken vijftich an
ien risje
Ga naar voetnoot106,
Daer van ist al om niet hoe seer dat jy oock pocht,
Och vaer je bint al drooch
Ga naar voetnoot108 daer is met
jou gien vocht,
Tis jou maer slechts te doen om een soet slordich praetje.
MELIS
110[regelnummer]
Jae gaet daer mitmen op an
Ga naar voetnoot110, en
siet of ick bin sulcken drogen matie,
k'Wed ick jou wel haest sou helpen uyt dit vermoen,
Ga naar voetnoot111
SYTIEN
Jae wel k'sout schier bestaen, je maeckme voorwaer schier groen
Ga naar voetnoot112,
Ghenomen ick sulcx toeliet je mostet teghe niemet kalle
Ga naar voetnoot113.
MELIS
Hebt daer gien surch voor dat icket me sel laten ontvalle
115[regelnummer]
Al watter gheschiet sel blyven onder de Roos
Ga naar voetnoot115:
Daer van weest niet beschreumt waerom wordt jy so bloos,
Ick bidt datie mijn deuse iene bee wil verliene
Ga naar voetnoot117.
SYTIEN
Wech, wech, ick saey dat soo, ick hebbet niet gaen miene
Ga naar voetnoot118.
MELIS
Wel scheerjeme
Ga naar voetnoot119
dan hoe maeckjeme toch soo barnent hiet
120[regelnummer]
Mijn dunct dat almen goetien rechte voort over eynt
schiet
Ga naar voetnoot120,
Wat jy hoort seker jou woorde niet in jou hals te trecke
Ga naar voetnoot121.
[pagina 72]
SYTIEN
Nou nou, je selt ien reys sonder mit jou te gecken
Ga naar voetnoot122,
Maer hoe legghe wy't best an dattet jou wijf niet ontwaer en
wort.
Ga naar voetnoot123
MELIS
Al wel, och daers gien faeyl an, jae gantschelijck gien schort
Ga naar voetnoot124
125[regelnummer]
K'sel jou brenghen daer
Ga naar voetnoot125 ons niemant kan
bespien.
GRIET IANS IN HAER DEUR STAENDE EN ROEPT MELIS.
SYTIEN
Och hout jou mont ick heb jou wijf met een swinck
Ga naar voetnoot126 e sien
Dat sy dit vanme wist hoe schricklijck souseme of male
Ga naar voetnoot127
GRIET
Ay vaer
Ga naar voetnoot128 komt toch in huys, twort
doncker ick moet oly hale.
MELIS
Wel an Wijfje ick volch jou datelijck voort
Ga naar voetnoot129:
130[regelnummer]
Wat duycker dats te spytich datmen wijf ons daer
verstoort
Ga naar voetnoot130.
Wel hoe selle wy't nou best an gaen legghen,
Ga naar voetnoot131
ae kweet ick sel te nacht teughender mit ien jammeringh segghe
Ga naar voetnoot132
Als dat ick groote buyck pijn heb, in dat ick moet gaen kacke
Ga naar voetnoot133,
In mit ien swaer ghekerm sel ick nae het secreet gaen sacke
Ga naar voetnoot134
135[regelnummer]
En schick jy dan te slapen
Ga naar voetnoot135 in jou after huysje,
Dan sel ick de schuttingh over wippe en koome by jou soo stil
als ien muysjen,
SYTIEN
Dat is al wel bedocht, dat sou soo hiel onbillijck niet gaen
Ga naar voetnoot137.
MELIS
Wel wat dunckt jou willewet daer op late staen
Ga naar voetnoot138.
SYTIEN
Och jae.
MELIS
Wel laetme daer ien soet soentien op snoepen
Ga naar voetnoot139.
GRIET IANS WEER UYT EN TREET BY HAER
Ga naar voetnoot-
GRIET
140[regelnummer]
Wel Vaer je komt niet duncktme of ickje al gae roepe
Ga naar voetnoot140,
Of is onse buur wijfjes hart noch even seer
Ga naar voetnoot141
beknelt.
SYTIEN
So seer niet, khebt door troosten van jou man wat uyt men sin e
stelt
Ga naar voetnoot142.
[pagina 74]
GRIET
Och dats goet dat hy't soo wel
Ga naar voetnoot143 het kunne maecke,
Nou Vaer 't wordt tijdt datwe t'samen in huys rake
Ga naar voetnoot144.
MELIS
145[regelnummer]
Och Jae.
GRIET
Nou buurwijfje hout die fantasy uyt jou ghedacht
Hier me wenschen wy u een goe gherustighe nacht
Ga naar voetnoot145.
BINNEN
Ga naar margenoot+
GRIET IANS KOMENDE UYT DE KOMENY Ga naar voetnoot-, MET IEN OLY KAN IN HEUR HANT.
Ga naar margenoot+
GRIET IANS KOMENDE UYT DE KOMENY Ga naar voetnoot-, MET IEN OLY KAN IN HEUR HANT.
GRIET
Jae wel wat beleef ick al
Ga naar voetnoot147 inme ouwe daghen
Daers de Oly op het half pijngje ien hiele blanck op e slaghe
Ga naar voetnoot148
Daer van nam ick in de plaets moeytjes groenlantse Walvis traen
Ga naar voetnoot149,
150[regelnummer]
Die comtme vry wat
Ga naar voetnoot150 minder als
d'ooly te staen,
En indiense so duer blijft mien ick altijt traen in me lamp te
gebruycke
Ga naar voetnoot151,
En ofse segghen datse stinckt nochtans kan ick dat niet wel
ruycke
Ga naar voetnoot152
Men moet nou ter tijdt wat soberen want alle dingh is hooch van
prijs
Ga naar voetnoot153,
En men steeckt soo kleynen beet in sen mont niet of het geeft
eckcijs
Ga naar voetnoot154,
155[regelnummer]
Daer van gae icket nou op ien aer benier schicke
Ga naar voetnoot155
As onse man langher wat groens lust, praet icket altemael weer
sticke
Ga naar voetnoot156
En sech vaer scheyter uyt het is nou te kostelijck
Ga naar voetnoot157 dit
doen,
Daynckt asser wat van quam datwe ons wel op het lest uyt het
nest souwe broen
Ga naar voetnoot158,
Jae met sucken dreyghement gae ick hem dan neder sette
Ga naar voetnoot159,
160[regelnummer]
Waer deur ick gans uyt blus sijn hettighe hiete
Ga naar voetnoot160 hette,
Wat sou ick doen, ick sie wel alle dingh is kostelijck en duer
Ga naar voetnoot161
Daer by wort ien mensch schier op e geten vande huys huer
Ga naar voetnoot162:
By namen die neeringh doet, die soo wat voor de hant woonen
Ga naar voetnoot163,
Moet als hy yet ruyms wil hebbe int jaer gheven hondert kroonen
Ga naar voetnoot164,
[pagina 76]
165[regelnummer]
Daer van woone wy slechte luytjes hier op het nieu werck
after of
Ga naar voetnoot165
Want wy Ambachts mannen hebben, in die winnent niet so grof
Ga naar voetnoot166
En we moeten ons van ien daghelicks dach heurtje bedroope
Ga naar voetnoot167,
Nou twort tijdt dat ick nae huys gae loopen,
Of ick kreech aers door 't langh blyven wel een grimmich
ghesicht
Ga naar voetnoot169,
170[regelnummer]
Want onse man sit by doncker, hy het in huys gien
licht.
BINNEN
SYTIEN WEER UYT, HEBBENDE BEROU VAN 'T GHEEN SY MELIS BELOOFT HEEFT.
SYTIEN WEER UYT, HEBBENDE BEROU VAN 'T GHEEN SY MELIS BELOOFT HEEFT.
SYTIEN
Wat heb ick gaen bestaen
Ga naar voetnoot171 ick durft schier
niet beginne,
Waer was flus mijn verstant? waer waren toch me sinne
Ga naar voetnoot172?
Hoe was ick doch soo mal dat ick hem 't jae woortie gaf,
Gans kruys hadt ick hem hier ick seydent hem weer af
Ga naar voetnoot174
175[regelnummer]
Dan nou ist al te laet 't moet nou soo voort gaen
strijcke
Ga naar voetnoot175,
Maer voor ierst dien ick wel iens door sijn glase te kijcke
Ga naar voetnoot176,
En sien of hy al met sijn wijfjen is te bet,
Och jaey, ick vliech in huys, dus
Ga naar voetnoot178 met ien radde tredt.
MELIS
Och, och Wijfje, almen lijf duncktme wort tsamen ewrongen
Ga naar voetnoot179
180[regelnummer]
O mijn buyck, o mijn darmen, o mijn hert, o mijn lever,
o mijn mildt, o mijn longen,
Och hoe veel pijn dat ick heb ick moet alevewel van 't bet
Ga naar voetnoot181.
GRIET
Wel hoe krijt jy dus hart, wat isser dat iou let
Ga naar voetnoot182.
MELIS
Maer men dunckt dat ick de loop heb soo 'k wel te deegh kan
voelen
Ga naar voetnoot183,
En men dunckt datter schier ien duysent Krijschluy inme darme
sinne e kryoele
Ga naar voetnoot184
185[regelnummer]
Och waer is toch mijn broeck, men dunct ickme schier
besecht
Ga naar voetnoot185.
GRIET
'Kweet het niet, treckt mijn rock an ier
Ga naar voetnoot186 jijt hier int bet
lecht.
[pagina 78]
MELIS
Och, och, dat sel ick doen.
GRIET
Hoe vaerje keunjet klare
Ga naar voetnoot187.
MELIS
Och iae, hadieu, o mijn hoe wilck trarare
Ga naar voetnoot188,
Och, och, wat heb ick oock ien onlyelijcke
Ga naar voetnoot189 pijn,
190[regelnummer]
Mijn dunckt dat icket quaet ghenoegh heb dat'k de after
deur vijn
Ga naar voetnoot190.
HY KOMT BUYTEN DE PLAETS DEUR
Ga naar voetnoot-.
Wat dunckt iou luytges kan ick niet geweldich stemmich
Ga naar voetnoot191 liegen,
'Klaetme voorstaen datme de duyker dus wel souwe bedriegen,
Ga naar voetnoot192
Nou men dunckt ten is gien tijdt dat ick hier langh stae
Ga naar voetnoot193,
Tis best dat ick strack
Ga naar voetnoot194 metme voorghenome
werck voort gae.
HY SPRINGT OVER DE SCHUTTING.
GRIET IANS UYT ZYNDE, VERWONDERT WAER HY SO LANG BLIJFT, STAET INDE AFTERDEUR VANDE PLAETS EN ROEPT HEM.
GRIET IANS UYT ZYNDE, VERWONDERT WAER HY SO LANG BLIJFT, STAET INDE AFTERDEUR VANDE PLAETS EN ROEPT HEM.
GRIET
195[regelnummer]
Dat hy soo lang wech blijft dat doetme grootelijcks
Ga naar voetnoot195
verwondre,
Hoe ist vaer selje haest iens voor den dach komen dondre
Ga naar voetnoot196,
Wel hoorje mijn niet daer ick soo hartich krijt
Ga naar voetnoot197.
MELIS
Och jae 'k wijfje.
GRIET
Wel haest iou dan, siet toe dat jijt wat korties of bijt
Ga naar voetnoot198.
Wat gort segen ons
Ga naar voetnoot199 voor so lang te kacken en te pisse.
MELIS
200[regelnummer]
Ick kom 'ksoeck vast na een pampiertje daer 'kme naers
me sal wisse
Ga naar voetnoot200
GRIET
Doet soo men vaer soo'n maeckje de laeckes niet begaet
Ga naar voetnoot201.
MELIS
Ay ic bid iou gae jy in 'kmach niet velen datje so lang inde
kout staet
Ga naar voetnoot202.
GRIET
Neen ick doe dat niet voor datje hier byme sult wesen.
[pagina 80]
MELIS
Gans elimalimente wat bin ick rechtevoort vol vresen
Ga naar voetnoot204,
205[regelnummer]
Noyt heb ick mijn leven soo deerlick e weest in de ly
Ga naar voetnoot205.
GRIET
Wel hoe is het vaer, komie mijn haest by
Ga naar voetnoot206.
MELIS
Jae strac, nou ick moeter weer over want sy staet na me te
wachte
Ga naar voetnoot207,
Waer sinie wijfje, waer sinje moer, Heer hoe doncker binnen de
nachte,
Het moeytme
Ga naar voetnoot209
datte nae men e wacht hebt soo overdadich langh.
GRIET
210[regelnummer]
Wel hier stae 'k hoorie niet int portael
Ga naar voetnoot210 vande gangh.
MELIS
Maer wijfje ie hoort jou in de nacht dus niet uyt te sloope
Ga naar voetnoot211,
O mijn ick bin soo slap, men dunckt dat almen ingewant uyt me
lijf is e loope.
GRIET
Jae k'looft seker wel, maer is de pijn wat vergaen
Ga naar voetnoot213.
MELIS
Och jae, Ay kom late wy hier niet langher inde kout staen.
SYTIEN UYT MET IEN VERKIERDE ROCK OVER HAER NARM.
SYTIEN
215[regelnummer]
Noyt mochtme ter werelt ien dingh qualicker locke
Ga naar voetnoot215,
Want nouket wel bekijc het Melis mijn rock voor sijn wijfs
Ga naar voetnoot216 an e trocke
As icket wel bedaynck watter al deur komen kan duyncktme datme
hart toe sluyt
Ga naar voetnoot217,
Och hier deur surch ick breect al de Bommel uyt
Ga naar voetnoot218,
En beurt dat so selse mijn voor elck ien Schenne
Ga naar voetnoot219,
220[regelnummer]
Danse
Ga naar voetnoot220 hettet niet e sien, ick
kant wel weer ontkenne,
As hy slechts door vrees niet en klapt
Ga naar voetnoot221,
Dan ick daynck dat niet, hy is veel te arch
Ga naar voetnoot222 en deurtrapt.
BINNEN
GRIET IANS MET MELIS HAER MAN UYT AL KYVENDE Ga naar voetnoot-
GRIET IANS MET MELIS HAER MAN UYT AL KYVENDE Ga naar voetnoot-
GRIET
Waer hebie te nacht e weest, jou kermer, iou kreunder jou
clager
[pagina 82]
Sechtetme, fluck, jou deurtrapte olicke hoere jagher
Ga naar voetnoot224.
MELIS
225[regelnummer]
Wel nerghens.
GRIET
Wel hoecomje dan an dese verkierde rock
Jy seltet clappen, of ic slaeder op met dese beusem stock
Ga naar voetnoot226.
MELIS
Ick wetet niet.
GRIET
Dat liech jy jou vleyer jou schoon spreker
Ga naar voetnoot227,
Weet jyt niet ick wetet wel iou meynedigen echtbreker,
Het is Sytie buurs rock ick kanse wel ande donckerheyt vande
kleur
Ga naar voetnoot229,
230[regelnummer]
Wech sech ick 't gat uyt, ras voort buyten de deur.
MELIS
Ay niet wijfie het is door buerschap e schiet, het souie me wel
nooste
Ga naar voetnoot231
Want so'k op 't secreet gaen sou suchtese so
swaerlijc datkerwat ging trooste
Ga naar voetnoot232
Seker anders wijfjen en isser niet e schiet
Ga naar voetnoot233.
GRIET
Wat deed jou roc dan uyt
Spreeck segh ick uyt jou mont, of ic touje op jou huyt
Ga naar voetnoot234.
MELIS
235[regelnummer]
Ic sel.
GRIET
ras oock sonder ienighe lorlinghe te draeye
Ga naar voetnoot235,
Siet toe datie mijn gien ooren aen en gaet naeye
Ga naar voetnoot236
Want ick selt wel hooren aen jou segghen oft waer is, dan of jy
liecht
Ga naar voetnoot237.
MELIS
Neen seker, geloof men, ick selie doen oprechte reyne Biecht
Ga naar voetnoot238,
Hoort toe soo as ick by haer bet stont en troostese is de rock
allensins van me lijf e seghen
Ga naar voetnoot239,
240[regelnummer]
En deur de donckert lijcktet wel heb ick d'heure inde
plaets van de jouwe e kreghen
Ga naar voetnoot240.
GRIET
Soo liecht al voort hout daer dat isser veur
Ga naar voetnoot241,
Ick selme rock oock strac weer halen en strijckender lustich
deur
Ga naar voetnoot242,
En gaet oock strack uyt mijn ghesicht of ick selie de beck breke
Ga naar voetnoot243,
Jy selt iou leve jou voeten niet mier by my onder steke
Ga naar voetnoot244.
[pagina 84]
MELIS
245[regelnummer]
Ay laet dat toch, isset e buurt het is me van harten
liet
Ga naar voetnoot245.
GRIET
Ick wilt doen stater buyten
Ga naar voetnoot246, so
wayt jou de roock inje oogen niet.
GRIET IANS BINNEN, MELIS BLYFT STAEN
SPREECKT DESE WOORDEN.
SPREECKT DESE WOORDEN.
MELIS
Foey hoe spijt me, dat ick juyst ien onrechte roc heb e nome
Ga naar voetnoot247
Sonder dat, sy haddet haer leven niet te weten e komen,
Daer nou al de bille soo schendich sinne verbroeyt
Ga naar voetnoot249
250[regelnummer]
In altijdt sel icker van heur om an mijn ooren worden e
loeyt
Ga naar voetnoot250,
K'mocht wel om vry wat wille dat ick dit had gaen schouwe
Ga naar voetnoot251
Want ick mien datwer gien gherustigher huys om selle houwe
Ga naar voetnoot252,
Soo dat ick alme leven sel wesen e schent
Ga naar voetnoot253,
Wat duycker, dat ick hier erghens licht sach ontrent
Ga naar voetnoot254
255[regelnummer]
K'souwer an kloppen, en houweme
Ga naar voetnoot255 of ick wat wou
koope
Want dus barrevoets dien ick niet langh by de straet te
loope,
Soo'k wel kijck, sie'k inde komeny licht door een gleep
Ga naar voetnoot257
K'mach kloppe.
STYNTIE
Wie is daer.
MELIS
Ick Styntie om een paer pont seep.
STYNTIE DOET HAER DEUR OPEN.
MELIS
Och Styntje houtet mijn ten beste dat ick jou dus vroech kom
verge
Ga naar voetnoot259,
260[regelnummer]
Ay lieve je moetmen een uyrtien of anderhalf
herberghe.
STYNTIE
Wel hoe dus onghekliet wel sinie vol of sat
Ga naar voetnoot261?
MELIS
Och neen, me wijf het me uyt e jaecht, k'heb woorden tegen heur
e hadt.
STYNTIE
Wel waerom?
MELIS
Ick wetet self qualick, 't is om een leur en seur
Ga naar voetnoot263
[pagina 86]
STIJNTIE
Ist aers niet treet in huys, 't sel wel over gaen tusschen jou
en heur.
GRIET
265[regelnummer]
Ick selder deur roocken want ick hebber mijn tanden
lustich op e wet
Ga naar voetnoot265,
Jae k'sel make datter de hiele buert of waghen sel byget
Ga naar voetnoot266,
Sel sy mijn Man dus snachts vanme sy of gaen troone
Ga naar voetnoot267 Krijch
ickse onder mijn kluyve ick selder met dese vuysten croone,
Ga naar voetnoot268
Het soume niet moeyen wast noch wat moeys, maer sulcken flaers
Ga naar voetnoot269,
270[regelnummer]
Sis soo mooy niet van Backes (al sech ick het selfs) as
ick bin voor me naers
Ga naar voetnoot270
Hoe kreech hy toch sin inner die rechte mal oene
Ga naar voetnoot271
K'loof niet of hy het haer 't hooft in een sack e steke, en
hetter voor ien Totolf gaen soenen
Ga naar voetnoot272:
Ick gis aers niet, want sen lust sou aers wel hebben
vergaen,
Wel mijn dunckt dat ick hier vast blyf staen:
275[regelnummer]
Nou dats gangh
Ga naar voetnoot275, hier
kom ick veur haer deur,
K'mach cloppe.
SYTIEN
Wie is daer so vroech marges veur
Ga naar voetnoot276.
GRIET
Ick Sytje Buur. Igut kon icker nou slechts bedrapen
Ga naar voetnoot277.
SYTIEN
Jae ick legh noch op men bet, ick moet noch een lutie
Ga naar voetnoot278 slape.
GRIET
Ay komt ien lutien veur
Ga naar voetnoot279, ick hebje noodich een woortie te
spreken.
SYTIEN
280[regelnummer]
Ick kom ick bin noch niet te deech e kliet, daer van
gaeck mijn hooft uyt tet veynster steken
Ga naar voetnoot280.
GRIET
Wel persoonagie
Ga naar voetnoot281 binie daer, kenie
deuse rock wel.
SYTIEN
Neen ick.
GRIET
Dat liech jy jou overdadighe catsvel
Ga naar voetnoot282,
SYTIEN
Lieghe, wel dats fraey je mochtet niet vol mondigher segghe.
[pagina 88]
GRIET
Jae niet waer Beeldt: 't lijct wel ick selt je noch wat pronter
Ga naar voetnoot284 moete uytlegge
285[regelnummer]
Jy weet wel wie te nacht by jou quam, of ken jy hem niet
die ick mien.
SYTIEN
Och neen Griete buur ick heb niemet
Ga naar voetnoot286 vande nacht e
sien.
GRIET
Niet e sien dat loof ick wel, maer jy hebtet wel gaen voele,
Maer me Man mien ic sticke hoers daerie te nacht jou lust me
hebt gaen koele
Ga naar voetnoot288,
Die gaf ick mijn rock an, door sijn noot so hy sey dat hy te
rasser sou komen vant bedt,
290[regelnummer]
En doen hy by jou was, en ic hem riep hy dees voor mijn
thuys e brocht het
En langhtseme oock weer of jy seltet jou beklaghen
Ga naar voetnoot291.
SYTIEN
Ick weetse niet, wat selme dese eerroofster hier plaghen.
GRIET
Eer roofster, jae wel, me dunckt dat ick niet spreken en
kan,
Dat bin jy jou straet varcke, ick selt segghen teuge jou man
295[regelnummer]
As hy t'huys komt hy mach goe slocker wel legghen en
vare
Ga naar voetnoot295,
k'Wedt als hy weer uyt tijt dat hy jou wel int spinhuys sel late
beware
Ga naar voetnoot296.
SYTIEN
Dat meuchme jou doen, wat dit onwetende sticke vleys
Ga naar voetnoot297,
Het is mijn roc niet, noch ic weet van jeman niet noch ien reys
Ga naar voetnoot298,
Hy mach by ien aer e weest hebben wat dese Kyvekater
Ga naar voetnoot299.
GRIET
Dat weet ic beter comt eens of en roert voor de
deur jou snater
Ga naar voetnoot300.
SYTIEN
Of kome jou kol
Ga naar voetnoot301, k'wou niet dat ick
sulcx gingh droomen,
Ick houwer mijn te goedt toe dat ick by sulcken weermaecster sou
kome
Ga naar voetnoot302.
Daer van gae'k haddieu
Ga naar voetnoot303 't sop is de cool niet waert.
BINNEN.
GRIET
Jae wel k'springh uyt men vel kloop schier om na men staert
Ga naar voetnoot304,
305[regelnummer]
Kol weermaecster wat sackecrente
Ga naar voetnoot305 comtse mijn hier verwijte,
Tis vreemt dat'kme van boosheyt niet van men kaer gae ryte
Ga naar voetnoot306,
[pagina 90]
Jou beseten en uytghereden en uytghebruyden meer
Ga naar voetnoot307
Hebt jyt hart steeckt jou hooft buyten de deur iens weer,
Foey jou, foey iou, jou schantvleck van veel vrouwen
310[regelnummer]
Komter uyt sech ick, k'sel jou op jou bachuys touwen
Ga naar voetnoot310,
Jou geel peer, iou wuw, jou aensicht as ien grijns
Ga naar voetnoot311,
Jou langhe Aepen Bachuys
Ga naar voetnoot312, jou Adder vol
fenijns,
Jou gortighe Varcke
Ga naar voetnoot313, jou
hoer van alle hoere
Dat iou de duycker datelijck moet op marcke voere
Ga naar voetnoot314,
315[regelnummer]
Jou sletvinc, jou sleeplende, jou aensicht as men gat
Ga naar voetnoot315,
Ic selmen roc weer hebben isser aers recht inde stadt,
Komter uyt sech ic, comter uyt ic selt iou betalen
Had ic iou, k'sout licht uyt jou hoerachtige cop halen
Ga naar voetnoot318,
Jou Sijch soomer
Ga naar voetnoot319, iou soutsack, jou neus as ien troffel,
320[regelnummer]
Jou dralydreetster,iou schijnheylich, iou sloftoffel
Ga naar voetnoot320,
Jou drie os clos, iou luypster, jou schoon van alle schoone
Ga naar voetnoot321
Ic sel jou eer voor de gantsche Burgery vertoonen,
Jou hanghlip iou hooft soo dick as ien roompot,
Jou vuyle olicke swyn ie moet al mee int schot
Ga naar voetnoot324:
325[regelnummer]
Komter uyt sech ic noch ien reys benie ien vrou met
eere,
Hebie gien schult wilt iou dan verdeffendeere
Ga naar voetnoot326,
Wel spreeck iy niet, of kenje niet, iae tis iou veer best
Ga naar voetnoot327,
Dat ic iou creech ic gaf iou datelijc de rest,
Jae iy raecte voorseker niet levendich uyt mijn poote
330[regelnummer]
Want ick souie met dese opsteker
Ga naar voetnoot330 het hart of
stoote,
Had ick jou slechts datelijck buyten iou huys,
Ic sou aers niet met iou leven as de cat doet met de muys,
Om dat ic iou niet en heb souc mijn bloet wel drincke
Komter uyt segh ic, of ic sel iou glasen uyt klincke
Ga naar voetnoot334.
STYNTIE UYT.
STYNTIE
335[regelnummer]
Wel Grietie buur hoe dus onrustich in
Ga naar voetnoot335 onstelt.
GRIET
Dat loof ick wel myn schiet craft inne ghewelt
Ga naar voetnoot336.
STYNTIE
Van wie?
GRIET
Vraechie van wie, maer
Ga naar voetnoot337 van 't vuylste creatuer
datme sen leven mach ontmoeten,
[pagina 92]
O dat ickse hier had ic souse met sulcken marge gift
Ga naar voetnoot338 groeten
Dat sy haer leve sulcx niet meer sou bestaen
STYNTIE
340[regelnummer]
Ay noemtseme toch wie iou dese trots en spijt
Ga naar voetnoot340
het e daen,
Set iou moet wat neer
Ga naar voetnoot341 en
wilt iou wat bedaren.
GRIET
Och ic can qualijck tis te moylic datmen is ervaren
Ga naar voetnoot342,
K'heb niet een lidt an men lijf of het staet en
schudt en trilt
Ga naar voetnoot343.
STYNTIE
Ay settet over, ic bid datie iou toch wat stilt
Ga naar voetnoot344,
345[regelnummer]
Want jy sout dus doende wel ien poopelsy
Ga naar voetnoot345 op iou
krijghen.
GRIET
Och ic bin so haers e kreten dat ick naemen aem gae hyge
Ga naar voetnoot346:
Och ic can qualijc langer op mijn bienen staen.
STYNTIE
Daer sit wat, en wiltme jou teghenspoet toch verslaen
Ga naar voetnoot348.
GRIET
Dat sel ic doen, iy weet wel hoe onse Syties man hem gisteren in
see het gaen begheven.
STYNTIE
350[regelnummer]
Och Jaec.
GRIET
Wel luystert dan watse te nacht met onse Melis het bedreven,
So haest as haer man 't seyl was quamse schryende thuys met een
droef gheluyt
Ga naar voetnoot351
Ic en onse Melis dat hoorende liepen al onse best uyt
Ga naar voetnoot352,
En stelden haer te vreen vant beste dat wy konde,
En door dien
Ga naar voetnoot354 datwe soo ien
langhe poos by haer stonde
355[regelnummer]
So huylde mijn kijnt, 't welc ic de mam gaf
Ga naar voetnoot355 en datelijck weer
sliep,
En hy bleef so lang by haer staen dat ick hem wel tweemael
riep,
Ten lesten gingh ic by hem en vraechden of hy niet in huys sou
kome,
Twelc hy ooc deed, en t'lijct wel datse doe bestemt hadden en
voor e nome
Ga naar voetnoot358
Dat hy snachts after over sou comen dat op ien gheseyde tijdt,
Ga naar voetnoot359
360[regelnummer]
Dat hy ooc ghedaen het, want met ien luyt ghekryt
Seyde dat hy de loop had, waer door hy om t' riest
Ga naar voetnoot361 myn roc
het an e schoten
En door dien hy so lang bleef hettet mijn ten lesten verdroten
Ga naar voetnoot362,
Soo dat ic van me bet seer hastich bin e staen
[pagina 94]
En riep hem waer hy bleef, doch is mitmen in huys e
gaen
365[regelnummer]
Heel beschreumt, want hy e blust had al sijn lusten
Ga naar voetnoot365,
Soo ginghen wy na 't bedt daer wy t'saem so langh rusten
Tot smorghens dat'k me kliede en doen ick wel toe sach
Ga naar voetnoot367,
Sach ick dat onse Sytiebuurs rock inde plaets vande myne
lach,
T'welck mijn gheweldich qualick gingh behaghen
Ga naar voetnoot369,
370[regelnummer]
Soo dat ick ien beusem stock e nomen heb, en hebber onse
Melis me tgat uyt gaen jaghen,
En strack bin ick op de bien e teghen met dese volle moet
Ga naar voetnoot371,
En heb het Sytie dus opter hieter daet begroet
Ga naar voetnoot372,
Jae dat ickse e kregen had, ick souwer mijn handen aen
hebbe gaen schenne
Ga naar voetnoot373.
En 't mieste datmen noch moeyt
Ga naar voetnoot374, dat is datset noch
wil ontkenne,
375[regelnummer]
Daer icket nochtans wel weet, want onse Melis hettet
miest beleen
Ga naar voetnoot375.
STYNTIE
Jae wel ick hoorme doof aen dese nieuwe reen
Ga naar voetnoot376,
Ick haddet haer noyt betrout de daghen van men leven.
GRIET
Ick al, ic sweer ick selt de Schout van desen dach in handen
geven.
STYNTIE
Doet dat niet sinje mal,wilie wel doen houtet dicht
Ga naar voetnoot379,
380[regelnummer]
Snye jou neus Grietje jy schent iou hiele aensicht
Ga naar voetnoot380,
Wilje e raen wese
Ga naar voetnoot381, swychtet dattet niemet komt te weten,
Want dat het de Schout wist die sou noch mit jou willen eten
Daer van bid ick jou dat jyt altemael uyt jou sin stelt.
GRIET
Ick sel niet, kwil men rock weer hebben, al soutme kosten gelt
by gelt
Ga naar voetnoot384.
STYNTIE
Ist iou om de rock te doen, stelt dat an mijn, dat
sel ic wel make,
Datse ier ien half uyr ten eynde gaet in iou huys sel rake,
Wel wat duncktie, och Heer, dat icket sou doen dat 's allien om
vree
Ga naar voetnoot387.
GRIET
Maer wat rae jyme souck niet mal wesen dat ic het dee.
STYNTIE
Neense
Ga naar voetnoot389, want men moet gien quaedt met quaet betalen,
390[regelnummer]
Daer van laet icker gaen, ic selse van iouwent
wegen over den hekel halen
Ga naar voetnoot390
[pagina 96]
Wel wat sech jy Grietie buer, ist iou vanie sin
Ga naar voetnoot391,
Och moer, ie moet speulen dect toe de pot daer's ael in,
Want raectet onder de man se schrijvent wel inde Almenac by
andre boertighe dinghen,
Ga naar voetnoot393
Of coment de Sangers te weten se sellender wellen lietgen of
singe.
Ga naar voetnoot394
GRIET
395[regelnummer]
Het is ooc waer, jy raetet wonderlijcke wel
Ga naar voetnoot395.
STYNTIE
Tis iou wil dan, is het niet? dat ic heen gaen sel.
GRIET
Och iae.
STYNTIE
Maer iou man moetie ooc weer in nemen, ie meucht hem wat
beschrobbe
Ga naar voetnoot397
Hy sit tot onsent, hy quam huynochtent hiel barvoets duer 't
slijc slobbe
Ga naar voetnoot398
GRIET
Jae dat schaet hem niet, sulc werc sulc loon
Ga naar voetnoot399,
STYNTIE
400[regelnummer]
Tis de waerheyt ic can iou in dese reen niet doon
Ga naar voetnoot400,
Komt langtmen heur rock ick selder de iouwe voor beschicke
Ga naar voetnoot401,
Se sel 'thert niet hebbe, datse se mijn onthoudt, iae 'kwouse
slechs dorst kicke.
GRIET
Doet so, as ickmen oock wel bedaynck isset oock best dat 'k het
versus
Ga naar voetnoot403.
STYNTIE
Ast oock is, nou dat's gangh, hadieu tot flus.
Ga naar voetnoot404
GRIET IANS BINNEN, STYNTIE NA SYTIENS MET DE ROCK.
405[regelnummer]
Jae wel wat gaen Adams kyeren al beschrijven
Ga naar voetnoot405,
'Khebt daer quaet genoegh ehadt, dat ic het inde rechte creuck
heb kenne drijven
Ga naar voetnoot406,
SY KLOPT
Nou 'kmach gaen dat 'k mijn bootschap voort of hack
Ga naar voetnoot407.
SYTIEN
Wie klopt daer weer.
[pagina 98]
STYNTIE
Ic Sijtie, die iou garen
Ga naar voetnoot408 sprack.
SYTIEN
Ay wacht ien ommesien
Ga naar voetnoot409, ic sel datelijc
by iou wesen.
STYNTIE
410[regelnummer]
Doet dat, wat wil icker ien ochtent ghebetge voor lesen
Ga naar voetnoot410.
SYTIEN UYT.
STYNTIE
Maer Sytge buer, ic sie iou met ien verwondring an.
SYTIEN
Waerom.
STYNTIE
Maer datte te nacht sulcx hebt bedreven met onze Grietges
man,
Wat jy mocht ter werrelt niet beginne veel grover.
Ga naar voetnoot413
SYTIEN
Het binne iockes
Ga naar voetnoot414 sy liegheme
valschelijck over.
STYNTIE
415[regelnummer]
Ay en secht dat toch niet, want ick weet beter bescheyt
Ga naar voetnoot415,
Want Melis hettet beleen, en met sijn eyghen mont eseyt,
Als dat het waer is, daer van belijdt het mee ferder swaerder
mach uyt rijse
Ga naar voetnoot417,
En ooc deuse iou stomme rock, gatet genoechsaem uyt wijse
Ga naar voetnoot418,
Dat ick hier com en doe 'k om gelt noch om schat,
420[regelnummer]
En hadt icket niet edaen, de Schout haddet al in handen
ehadt,
In dan soudt over al rake, 'twelc my van iou noch sou moeye
Ga naar voetnoot421,
Want iy keunje betren in dat quat noch uyt jou roeye,
Het soume noch moeyen datie om de eerste reys fout worden e
schent,
Daer van geeftmen Grieties roc en jou schult vry teuge mijn
bekent
Ga naar voetnoot424,
425[regelnummer]
Ic sweer dat icker teuge niemet ien woortie sel of kicke
Ga naar voetnoot425.
SYTIEN
Loof jy me dat.
STYNTIE
Och jae wel hoe dus te huylen en te nicke
Ga naar voetnoot426,
Verpijnt jou en wilt met jou reen voortgaen.
Ga naar voetnoot427
SYTIEN
Ick sel tis waer het is e schiet, maer hy hettet half teugeme
wil e daen,
[pagina 100]
Want hoe dat ick hum wech stiet hoe hy dichter by
my quam vlye.
STYNTIE
430[regelnummer]
Daer sou de duycker me speule dattet mijn yemant doen
sou as icket niet wou lye
Ga naar voetnoot430,
SY HAELT DE ROCK
Dan dat is vruchteloos dat ic nou dus kal
Ga naar voetnoot431,
Nou haeltmen heur rock en verhoet jou weer voor sulcken val.
SYTIEN
Ick sel.
STYNTIE
Ja wel wie sout op sulcken wijfje vertrouwen.
SYTIEN
Hier isse
STYNTIE
Daers de jouwe.
SYTIEN
Ay wiltet toch wat by jou houwen
435[regelnummer]
Dattet mijn man als hy t'huys komt niet en wordt
verwijt.
STYNTIE
Dat sel ic doen, haddieu siet toe datie iou voortaen eerlijck
quyt
Ga naar voetnoot436.
SYTIEN BINNEN, EN STYNTIE HAELT MELIS UYT HAER HUYS.
STYNTIE
Waer sinie hier Melis.
MELIS
Al hier.
STYNTIE
Jy moet dese roc by jou wijf gaen draghe
Ga naar voetnoot437.
MELIS
Docht icket niet dat jymen oock sout comen plage.
STYNTIE
Jae niet waer, jy bint after over schouwer ien fray giest
Ga naar voetnoot439,
440[regelnummer]
Is dit eers ghenoech datie sus schoet op ien aer mans
liest
Ga naar voetnoot440,
Je seltet iou leve niet verantwoorde keune voor de vrome.
MELIS
Wel waer van niet, sulcx isser wel wyser en rijcker over e
kome.
[pagina 102]
STYNTIE
Jae acht jyt so licht, nochtans ist voor jou wijfien ien
kruys,
Kom gaet midme se verwacht jou met de roc vast
Ga naar voetnoot444 in huys.
MELIS
445[regelnummer]
Och ick durf niet se sou me weer 't gat uytdryven.
STYNTIE
Sy sel niet daer wil ic iou wel borgh voor blyven,
Daer van treet met mijn vry uyt met ien vryicheyt in
Ga naar voetnoot447.
MELIS
Wel dats ie voor dan, hoe wel ick noch hiel beschreumt bin.
STYNTIE
Jae as jy bint, ick siet wel datie verandert van fasy
Ga naar voetnoot449,
450[regelnummer]
Igut wat sel hy van ons hooren ien heerlijcke
predecaty.
EYNDE. Anno 1623. W.D.H. Ga naar voetnoot+
- margenoot+
- [A1v]
- voetnoot+
- een Varent Mans Vrou: een zeemansvrouw
- voetnoot#
- de Comeny: winkel voor de eerste levensbehoeften
- margenoot+
- A2[r]
- voetnoot-
- D´ EERSTE UYTCOMST: eerste bedrijf
Sytien komt, al huilend, op
- voetnoot1
- Noodzakelijk en beangstigend, vind ik, is het
afscheid
bevijnen is oude Amsterdamse volkstaal voor ‘bevinden’.
- voetnoot3
- Hoe meer ik mijn vrees onderdruk, hoe meer zij opspeelt; ‘krop’ is lett. een verwijd deel van de slokdarm.
- voetnoot4
- dattet...uytbarst: dat het (verdriet) mij doet uitbarsten
- voetnoot5
- selck: zal ik
- voetnoot6
- tussenzin
- voetnoot8
- In: En
- voetnoot9
-
Wantet...is: Omdat het nu oorlog is; na het
Twaalfjarig Bestand werd de oorlog met Spanje in 1621 hervat.
in...vanghe: en als hij daar gevangen genomen wordt
- voetnoot10
-
lichelijck: wellicht
van heur: Duinkerker kapers of de Spanjaarden; Sijtien heeft een onbestemde angst.
- voetnoot11
-
licht: lichtzinnig
avontuert: stelt in de waagschaal
- voetnoot12
- om...broodt: voor een goed maal
- voetnoot12/3
- de moet(...)terstont...legghe: de moed hem niet onmiddellijk in de schoenen zinkt
- voetnoot14
- goe man: bijstelling bij hy.
- voetnoot15
- mijn...staen: nooit leek een reis me zo zwaar toe
- voetnoot16
- die...gaen: die ik nu van plan ben te gaan maken
- voetnoot17
- En...tredende: en toen hij het schip op ging
- voetnoot18
-
sijn: zijn ze (verzwegen onderwerp)
voorwint: wind mee; wind ‘in de zeilen’
- voetnoot21
-
qualickies: slecht
moeylickheyt: verdriet
- voetnoot22
- baren: te keer gaan
- voetnoot23
- Jae'k: samentrekking ja met pronomen ik. De combinatie is meestal bedoeld als een nadrukkelijke bevestiging.
- voetnoot24
-
kom...lutje: kom, laten we haar een
beetje gaan troosten
ras: snel
- voetnoot25
-
gis: vermoed
in...teghe: de zee op is gegaan.
- voetnoot27
- hoe...huylt: wat sta je hier zo bitter te huilen; stae(...) en huilt: verbale hendiadys
- voetnoot29
- wiltet...openbare: vertel het ons.
- voetnoot30
- ick...dat: ik ben verdrietig omdat
- voetnoot31
- En...spruyte: En al mijn zorg is of hij wegblijven zal of dat er iets ergers uit voort zou kunnen komen.
- voetnoot32
- Ga weg, houd op met die malle fantasie
- voetnoot34/5
- of...wesen: of het wel zo volkomen zeker is.
- voetnoot35
- of...elesen: of een duifje de korreltjes had opgepikt
- margenoot+
- [A2v]
- voetnoot36
- niet eens: helemaal niet.
- voetnoot37
- set(...) stee: vat moed.
- voetnoot38
- gaet stelle: stelt.
- voetnoot39
- dat...verwert: dat jouw gedachten daar niet al te zeer in verstrikt raken
- voetnoot40
- Jae ksou wel: Ja, ik zou wel willen.
- voetnoot42
- soon stijf bremmetie: zo'n dikke zoen.
- voetnoot43
- neemt...sin: wees opgewekt
- voetnoot45
- teeringh: ziekte die een patient doet wegkwijnen, uitteert.
- voetnoot47
-
hiel: helemaal
as...vel: als een dode die nauwelijks vel over been is.
- voetnoot48
- tormentasy: kwelling
- voetnoot49
- gingh knaghe: leed
- voetnoot51
- sulcx...vlien: doordat zij hier niet op tijd afstand van nam.
- voetnoot52
- schoon: geheel en al.
- voetnoot53
- duerde: de tekst vermeldt ‘deurde’ (zetfout)
- voetnoot54
-
En...wou: En als jij ook zo wou doorgaan
wel haest: stellig.
- voetnoot55
- Maak je daarom geen zorgen voordat er moeilijkheden zijn.
- voetnoot56
- bekommerde kommernis: bezorgdheid (pleonasme)
- voetnoot57
- dat...verhalen: dat hij jou dit heeft verteld.
- voetnoot58
- deucht: goede daad.
- voetnoot59
- Heer, wat kan hij mooi praten.
- voetnoot60
- Dat komt omdat hij met veel intellectuelen is omgegaan.
- voetnoot61
- Dat ziet men wel aan zijn gezicht en aan zijn neergeslagen ogen.
- voetnoot63
- vertrooster: iemand die steun verschaft
- voetnoot64
- wille gheryve: van dienst willen zijn.
- voetnoot66
-
o mijn: uitroep
mijn...krijt: mijn kind huilt.
- voetnoot67
- doe dat vrouw, ik moet zulk optreden prijzen.
- voetnoot68
- kyerties: kindertjes.
- voetnoot-
- BINNEN: toneelaanwijzing: af
- voetnoot69
- besint: bemind; zijn zinnen op jou gezet
- voetnoot70
- Het...bint:Ik ben blij dat jullie het zo eens zijn (m.b.t. de liefde)
- margenoot+
- A3[r]
- voetnoot71
- so...begheven: zo gemakkelijk kan verlaten.
- voetnoot73
-
en...voort: en met niets doen kom je niet
verder.
me: men
- voetnoot75
- ghehylict: getrouwd
- voetnoot76
- hennepseel: draagband van hennep, waaraan de korf van een venter is bevestigd.
- voetnoot77
- goe luy: rijke lui
- voetnoot78
- Hy...hy: hij zou wel willen, maar hij is te verlegen
- voetnoot79
- doent: ‘doen’ + enclitisch ‘het’.
- voetnoot81
- wel: zeer,erg.
- voetnoot82
- onlustich: onbevredigend.
- voetnoot83
- soetste: de tekst vermeldt ‘soetse’ (zetfout)
- voetnoot84
- k'moet...weere: ik moet dat gedurende deze tijd uit mijn gedachten zetten.
- voetnoot85
- Bedenk dat het mij net zo zwaar valt hem te missen als hij mij mist.
- voetnoot86
- Wat, jij bent gek dat je dat denkt
- voetnoot87
- maecken: stellen.
- voetnoot88
- so...rake: zodra zij maar aan land komen.
- voetnoot89
- te hettich: zeer hitsig.
- voetnoot90
- dan...schien: maar ik kan moeilijk geloven dat dit door hem zal worden gedaan.
- voetnoot91
- dat...bakert: dat hij niet zo hitsig is.
- voetnoot92
- drooghen slapert: iemand die gaat slapen zonder de liefde te hebben bedreven.
- voetnoot93
- Voor mij is het niet in orde als mijn vrouw het 's nachts geen tweemaal wil toelaten.
- voetnoot94
- Ja ik denk dat je wat je dan over hebt, wel naar het Gasthuis kunt brengen.
- voetnoot95
-
segge: ik zeg
in wel mier: en wel meerderen
- voetnoot96
-
Soo...trouwen: Geef het daarom allemaal op je
erewoord.
raddicheyt: snelheid.
- voetnoot98
- cartieruyrtie: kwartiertje.
- voetnoot99
- Ik denk dat je spoedig zin in mijn minnespel zou krijgen.
- voetnoot100
-
je slacht mijn: je lijkt op mij.
out inne kout: oud en koud (zonder sexuele begeerte); hier als uitdaging bedoeld.
- voetnoot103
- sin: wil.
- voetnoot104
- kat: hier m.b.t. geslachtsdeel van Melis
- voetnoot105
- klincksnoer: lett.: koordje dat door een gat in de deur naar buiten hangt om de deur te openen; aanduiding van dunne aal; hier: m.b.t. Melis' geslachtsdeel.
- voetnoot106
-
te roer staen: (ironisch) bij je helmstok
(scabreus) beetpakken.
-er...risje: er vijftig van deze (nl. mannen zonder erectie) op een rijtje
- voetnoot108
- al drooch: helemaal droog
- voetnoot110
- Jae...an: Ja, probeer het uit
- voetnoot111
- Ik wed dat ik jou snel uit de droom zou helpen.
- voetnoot112
-
k'sout schier bestaen: ik zou het bijna doen
groen: geil
- voetnoot113
-
Ghenomen: gesteld dat
kalle: zeggen.
- margenoot+
- [A3v]
- voetnoot115
- Alles wat er gebeurt, zal geheim blijven
waerom...bloos: waarom krijg jij zo'n kleur
- voetnoot117
- datie...verliene: dat je me deze ene gunst wilt verlenen.
- voetnoot118
- ick...miene: ik heb het niet gemeend.
- voetnoot119
- scheerjeme: houd je me voor de gek?
- voetnoot120
- dat...schiet: dat ik een erectie krijg
- voetnoot121
- in...trecke: terug te nemen.
- voetnoot122
- mit...gecken: met jou de spot te drijven
- voetnoot123
- maer...wort: maar hoe regelen wij dat het best zonder dat jouw vrouw het in de gaten krijgt?
- voetnoot124
- daers...schort: daar zal niets aan mankeren.
- voetnoot125
- daer: waar
- voetnoot126
- swinck: zwaai (Griet zwaait naar Sytien)
- voetnoot127
-
dat: als
hoe...of male: wat zou ze me zwart maken
- voetnoot128
- vaer: vader
- voetnoot129
- datelijck voort: dadelijk
- voetnoot130
-
duyker: verbastering van het woord duivel.
Gewoonlijk in uitroepen: wat duyker!
te spytich: erg jammer, betreurenswaardig.
verstoort: onderbreekt
- voetnoot131
- Wel, hoe kunnen wij het nu het beste aan gaan leggen?
- voetnoot132
-
kweet: ik weet het. (enclisis)
te nacht: vannacht.
teughender: tegen haar
jammeringh: geweeklaag
- voetnoot133
-
als dat: dat.
groote: erge
- voetnoot134
- sel...sacke: zal ik me naar het schijthuisje begeven
- voetnoot135
- En...slapen: en als jij je dan klaarmaakt om te gaan slapen
- voetnoot137
- Dat is mooi bedacht, dat zou op deze manier helemaal niet gek gaan
- voetnoot138
- willewet...staen: zullen we het daar op houden?
- voetnoot139
- laet...snoepen: laat me daarop (op deze belofte) een lekker zoentje stelen.
- voetnoot-
- haer: 3e pers. meerv. (Griet komt erbij staan).
- voetnoot140
-
duncktme: meen ik
of (...) al: hoewel.
- voetnoot141
- even seer: evenzeer, in gelijke mate.
- voetnoot142
- uyt...stelt: uit mijn gedachten gezet
- voetnoot143
- wel: goed
- voetnoot144
- rake: geraken, komen
- voetnoot145
-
fantasy: muizenissen. In de tekst staat een
f i.p.v. een ‘lange s’ (zetfout).
gherustighe: ongestoorde
- margenoot+
- [A4r]
- voetnoot-
- komeny: winkel voor de eerste levensbehoeften.
- voetnoot147
- al: allemaal
- voetnoot148
-
pijngje: pintje. Oude Nederlandse
inhoudsmaat; de hoeveelheid is afhankelijk van wat er afgemeten wordt.
blanck: De munt was van zilver en diende hier waarschijnlijk alleen als rekenmunt, ter aanduiding van 3/4 stuiver of 6 duiten.
op e slaghe: in prijs verhoogd
- voetnoot149
-
daer van (...) in de plaets: in plaats
daarvan
moeytjes: lekker
Walvis traen: olie die bereid wordt uit (delen van) walvissen.
- voetnoot150
- vry wat: behoorlijk wat
- voetnoot151
-
mien ick: ben ik van plan
in: in de tekst staat ‘n’ (zetfout).
- voetnoot152
-
of: hoewel
wel: goed
- voetnoot153
-
soberen: matigen
alle dingh: alles
- voetnoot154
-
soo kleynen beet: zo'n klein hapje
eckcijs: accijns, belasting.
- voetnoot155
- Daarom ga ik het nu op een andere manier regelen.
- voetnoot156
-
langher wat groens lust: nog steeds wil
vrijen.
praet...sticke: praat ik het volkomen kapot
- voetnoot157
- kostelijck: kostbaar, duur
- voetnoot158
- Bedenk dat als er een kind van zou komen, we tenslotte wel uit het huis zouden barsten; ‘broen’ - lett. broeden
- voetnoot159
- neder sette: tot rust brengen
- voetnoot160
- hettighe hiete hette: hitsige liefdesgloed
- voetnoot161
-
sou: moet
kostelijck: prijzig
- voetnoot162
-
daer by: bovendien
op e geten: volt. deelw. van opeten: verarmen
- voetnoot163
- Vooral degene die handel drijft, die dus wat centraal woont. (In tegenstelling tot anderen die bij de stadswal wonen) Incongruentie in getal.
- voetnoot164
- kroonen: een kroon is een munt van goud of zilver.
- voetnoot165
-
daer van: derhalve, dus
slecht: eenvoudig
werck: bolwerk, schans. In Amsterdam vroeger van toepassing op de wal om de stad. Er was ook een Oude Schans en hier zou heel goed de huidige Weteringschans bedoeld kunnen zijn. De huizen bij de stadswal waren veel goedkoper dan die in het centum van de stad.
- voetnoot166
-
want: omdat
in...grof: en die verdienen niet zo veel geld
- voetnoot167
-
dach heurtje: dagloontje
bedroope: bedruipen
- voetnoot169
-
of (...) aers: want anders
grimmich: toornig, boos
- voetnoot171
- bestaen: ondernomen
- voetnoot172
-
flus: daareven
sinne: gezonde verstand
- voetnoot174
-
Gans kruys: verwensing; verbastering van
‘bij Gods kruis’!
hadt...hier: als ik hem hier had...
- voetnoot175
-
Dan: Maar
voort (...) strijcken: voortgaan
- voetnoot176
- Maar eerst moet ik wel eens door zijn ruiten kijken.
- voetnoot178
- dus: zo
- margenoot+
- [A4v]
- voetnoot179
- ewrongen: geperst; in de tekst staat ‘ewongen’ (zetfout).
- voetnoot181
- Och, hoe veel pijn ik ook heb, ik moet toch het bed uit.
- voetnoot182
-
krijt: schreeuw
let: hindert
- voetnoot183
-
de loop: buikloop
te deegh: terdege
- voetnoot184
- En het lijkt of er bijna duizend krijgslieden in mijn darmen aan het krioelen zijn.
- voetnoot185
- besecht: bevuil
- voetnoot186
- ier: voordat
- voetnoot187
- klare: voor elkaar krijgen
- voetnoot188
-
hadieu: adieu
trarare: zijn gevoeg doen, afgaan
- voetnoot189
- onlyelijcke: ondraaglijk
- voetnoot190
- quaet: moeilijk
vijn: vorm van vinden
- voetnoot-
- plaets deur: achterdeur (die op de binnenplaats uitkomt).
- voetnoot191
- stemmich: overtuigend
- voetnoot192
- Ik ben van mening dat ik de duivel zo wel op een dwaalspoor zou brengen
- voetnoot193
- ten: het en, en als deel van de negatie
- voetnoot194
- strack: dadelijk
- voetnoot195
- grootelijcks: ten zeerste
- voetnoot196
- Hoe...dondre: hoe zit het vader, zul je eens snel tevoorschijn komen. Dit is een tautologie van: voor de dach komen (te voorschijn komen) en dondre (komen aanzetten).
- voetnoot197
- daer...krijt: terwijl ik zo krachtig schreeuw
- voetnoot198
- siet...bijt: zorg ervoor dat je het snel afmaakt
- voetnoot199
- gort...ons: bastaardvloek, vergezeld van het maken van een kruisteken.
- voetnoot200
-
vast: 1. de hele tijd; 2. ingespannen
daer...wisse: waarmee ik mijn achterste kan afvegen
- voetnoot201
-
soo'n... begaet: dan bevuil je de
lakens niet
‘n’: neg. partikel
- voetnoot202
-
velen: verdragen
kout: koude
- margenoot+
- B[1r]
- voetnoot204
-
gans elimalimente: bastaardvloek voor Gods
elementen.
rechtevoort: zo even
- voetnoot205
-
deerlick: jammerlijk
in de ly: in een moeilijke, onaangename toestand
- voetnoot206
- mijn haest by: bijna bij mij
- voetnoot207
-
strac: zie vs 194
nou...wachte: een terzijde
- voetnoot209
- het moeytme: ik vind het vervelend
- voetnoot210
- portael: ingang
- voetnoot211
- ie...sloope: je behoort in de nacht niet op deze wijze naar buiten te sluipen
- voetnoot213
-
k'looft: ik geloof het.
vergaen: overgegaan
- voetnoot215
- Absoluut nooit kon iets me slechter treffen
- voetnoot216
- voor sijn wijfs: in plaats van zijn vrouws rok
- voetnoot217
- dat...sluyt: dat mijn hart ineenkrimpt
- voetnoot218
-
surch: vrees
Bommel: zegswijze: de bommel is uitgebroken; d.i. een bedrieglijke toeleg komt aan het licht, waarvan de ontdekking een uitbarsting ten gevolge heeft.
- voetnoot219
-
elck ien: iedereen
Schenne: te schande maken
- voetnoot220
- dan: maar
- voetnoot221
- niet en klapt: zijn mond houdt
- voetnoot222
- arch: sluw
- voetnoot-
- UYT AL KYVENDE: (komen) al ruziemakend (het toneel) op
- voetnoot224
-
fluck: vlug
deurtrapte olicke: doortrapte (tautologie)
- voetnoot226
- beusem stock: bezemstok
- voetnoot227
- schoon spreker: mooiprater
- voetnoot229
-
kanse: herken die
donckerheyt...kleur: donkere kleur
- voetnoot231
-
ay: uitroep
buerschap: nabuurschap.
souie me wel nooste: je zou er ook verdriet van hebben
- voetnoot232
-
so'k: toen ik
swaerlijc: treurig
- voetnoot233
- Iets anders , vrouwtje, is er niet gebeurd
- voetnoot234
- ic...huyt: ik geef je een pak slaag.
- voetnoot235
- sonder...draeye: zonder me te bedriegen.
- margenoot+
- [B1v]
- voetnoot236
- datie... naeye: dat je mij geen oor aannaait.
- voetnoot237
-
segghen: manier van praten
dan of: dan wel of
- voetnoot238
-
men: mij
oprechte reyne: eerlijke (tautologie)
- voetnoot239
-
allensins: rondom, helemaal
e seghen: naar beneden gegleden
- voetnoot240
-
de donckert: de duisternis
e kreghen: gepakt
- voetnoot241
-
hout daer: pak aan! uitroep, waarbij de
spreker de toegesprokene meteen een klap geeft.
dat isser veur: dat is je verdiende loon; in grondtekst staat vuer (zetfout)
- voetnoot242
-
strac: onmiddellijk
strijckender lustich deur: haar duchtig onder handen nemen.
- voetnoot243
-
ghesicht: ogen
ick...breke: ik zal je tanden uit je mond slaan
- voetnoot244
- jou... steke: jouw voeten niet meer bij mij onder tafel steken
- voetnoot245
- het... liet: het doet me oprecht verdriet.
- voetnoot246
- stater buyten: hou je er buiten
- voetnoot247
-
juyst: precies
onrechte: verkeerde
- voetnoot249
-
Daer: Terwijl
al... verbroeyt: beide billen zo schandelijk zijn gebrand
- voetnoot250
- En tot in eeuwigheid zal ik er door haar mee om m'n oren worden geslagen
- voetnoot251
- Ik zou er heel wat voor over hebben als ik dit had vermeden
- voetnoot252
- Want ik denk dat we niet ongestoord zullen samenleven
- voetnoot253
- Omdat ik de rest van mijn leven in mijn goede naam zal zijn aangetast.
- voetnoot254
-
Wat duycker: een vloek, zie vs 130
dat...ontrent: zag ik maar hier ergens licht; elliptische zin voor: ik wilde, dat...
- voetnoot255
- houweme: doe net alsof
- voetnoot257
-
Soo...kijck: Als ik goed kijk
komeny: winkel voor de eerste levensbehoeften
gleep: kier
- voetnoot259
- verge: dringend verzoeken.
- voetnoot261
- vol of sat: dronken (tautologie)
- voetnoot263
-
qualick: nauwelijks
om een leur en seur: om een kleinigheid.
- margenoot+
- B2[r]
- voetnoot265
-
Ick... roocken: lett. ik zal haar uitroken
(jachtterm- het wild uit zijn hol drijven); vrij: de waarheid aan het licht
brengen
ick...e wet: ik ben klaar voor de strijd
- voetnoot266
-
datter... sel: dat de hele buurt er gewag
van zal maken.
byget: verbastering van ‘bij God’
- voetnoot267
- of(...)troone: aftroggelen
- voetnoot268
- Als ik haar in mijn handen krijg, zal ik haar met m'n vuisten op de schedel slaan.
- voetnoot269
-
Het... moeyen: Ik zou me er niet mee inlaten
flaers: slons
- voetnoot270
- Sis... naers: haar gezicht is niet zo mooi als mijn achterste (al zeg ik het zelf)
- voetnoot271
- rechte mal oene: echte gek
- voetnoot272
-
K'loof niet of hij: Ik geloof niet anders
dan dat hij...; Ik ben er zeker van dat hij...
Zegsw. Iemand voor een Totolf zoenen: gezegd met betr. tot een lelijke vrouw en verbonden met de voorstelling van het hoofd in een zak steken om aan te geven dat men net zo goed een pop kan kussen
- voetnoot275
- Nou dats gangh: Nou, erop af!
- voetnoot276
- so...veur: zo vroeg 's morgens aan de deur
- voetnoot277
-
igut: een van de vele verbasteringen van God
bedrapen: te pakken nemen
- voetnoot278
- lutie: beetje
- voetnoot279
- ien lutien veur: even naar buiten; in grondtekst staat vuer (zetfout)
- voetnoot280
-
niet te deech e kliet: niet behoorlijk
gekleed
daer van: daarom
- voetnoot281
- persoonagie: mens
- voetnoot282
- overdadighe catsvel: buitengewoon verachtelijk vrouwspersoon
- voetnoot284
- pronter: beter
- voetnoot286
- niemet: niemand
- voetnoot288
- Maar mijn man bedoel ik, stuk van een hoer, waar jij vannacht jouw lust mee hebt geblust
- voetnoot291
- En geef deze mij ook weer terug of anders zul jij er spijt van krijgen.
- voetnoot295
-
goe slocker: goedsul; bijstelling bij
hij legghen en vare: aan het varen zijn
- voetnoot296
-
uyt tijt: uitvaart
spinhuis: tuchthuis voor vrouwen
- voetnoot297
-
dat meuchme jou doen: dat mag men met jou
doen
sticke vleys: scheldwoord
- voetnoot298
- ic...reys: ik weet van je man ook nog niet het minste
- voetnoot299
- Kyvekater: ruziezoeker
- margenoot+
- [B2v]
- voetnoot300
- comt...snater: kom eens naar beneden en durf je mond voor de deur te roeren
- voetnoot301
- jou kol: jij heks
- voetnoot302
-
Ick... toe: ik vind mij er te goed voor
weermaecster: heks
- voetnoot303
- Daer...haddieu: daar neem ik afstand van
- voetnoot304
- kloop...staert: ik ben zeer ontevreden; ‘kloop’ - ik loop
- voetnoot305
- sackecrente: bastaardvloek voor ‘sacramenten’.
- voetnoot306
- dat... ryte: dat ik van boosheid niet uit elkaar barst
- voetnoot307
- uytghereden...meer: afgereden merrie
- voetnoot310
- op...touwen: op je bek timmeren
- voetnoot311
-
geel peer: geile peer
wuw: 1. [onbestorven]weduwe, 2. roofvogel
- voetnoot312
- Aepen Bachuys: apenbek
- voetnoot313
- gortighe Varcke: smerig varken
- voetnoot314
- Dat...voere: moge de duivel je naar Marken voeren
- voetnoot315
-
sletvinc: sloerie
sleeplende: vadsig mens
- voetnoot318
- k'sout... halen: ik zou je de ogen uit je hoerachtige kop krabben
- voetnoot319
- Sijch soomer: lett. bezwijkend lastpaard
- voetnoot320
-
dralydreetster: lett. iemand die
hennepvezels tot touw ineendraait; vandaar: lomp wijf.
sloftoffel: trage vrouw
- voetnoot321
-
drie os clos: drie dubbelovergehaalde hoer
luypster: gluiperd
- voetnoot324
- int schot: in het varkenshok, in de stal
- voetnoot326
- verdeffendeere: verdedigen, verweren
- voetnoot327
- tis...best: het is voor jouw vederpracht het beste; vrij: zo lijd je de minste schade.
- voetnoot330
- opsteker: mes, dolk
- voetnoot334
- ic...klincke: ik zal je ruiten kapotslaan, ingooien
- voetnoot335
- in: en
- voetnoot336
- myn...ghewelt: mij geschiedt onrecht; craft inne ghewelt- een meer voorkomende verbinding met negatieve connotatie.
- voetnoot337
- maer: wel,
- voetnoot338
- sulcken marge gift: zo'n hoeveelheid vergif
- voetnoot340
- trots en spijt: belediging en onrecht
- voetnoot341
- Set...neer: kalmeer een beetje
- voetnoot342
- tis...ervaren: het is te onaangenaam wat me is overkomen
- margenoot+
- B3[r]
- voetnoot343
- of...trilt: of het staat te schudden en te trillen; verbale hendiadys
- voetnoot344
-
Ay...over: Ah, zet het uit je hoofd
stilt: tot rust komt
- voetnoot345
- poopelsy: beroerte
- voetnoot346
- O, ik heb me zo hees geschreeuwd dat ik naar adem snak
- voetnoot348
- verslaen: vertellen
- voetnoot351
-
't seyl was: uitgevaren was gheluyt:
de grondtekst vermeldt
gheulyt (zetfout).
- voetnoot352
- liepen...uyt: kwamen zo snel mogelijk naar buiten
- voetnoot354
- door dien: doordat
- voetnoot355
- de mam: de borst
- voetnoot358
- datse...nome: dat ze toen hadden besloten en het plan hadden gemaakt
- voetnoot359
- Dat hij 's nachts op een afgesproken tijd achterom (achter over de schutting) zou komen
- voetnoot361
- om t'riest: zo snel mogelijk
- voetnoot362
- verdroten: geërgerd
- voetnoot365
-
Heel: de grondtekst vermeldt heel
(zetfout).
beschreumt: bedeesd
- voetnoot367
- doen...sach: toen ik goed keek
- voetnoot369
- Wat mij geweldig slecht beviel
- voetnoot371
- en onmiddellijk ben ik, hiervan vervuld, op weg gegaan
- voetnoot372
- opter...begroet: direct (toen ik er net achter was gekomen) aangesproken
- voetnoot373
- schennen: bezeren
- voetnoot374
- moeyt: hindert
- voetnoot375
-
wel: zeker
beleen: toegegeven
- voetnoot376
- ick...reen: ik kan mijn oren door deze nieuwe getuigenis niet geloven
- voetnoot379
- houtet dicht: hou het verborgen
- voetnoot380
- Wie zijn neus schendt , schendt zijn aangezicht, Grietje; vrij: je benadeelt jezelf.
- voetnoot381
- Wilje ...wese: wil je goede raad hebben?
- voetnoot384
-
weer: terug
al...gelt: al zou ik er dubbel voor moeten boeten
- margenoot+
- [B3v]
- voetnoot387
- dat...vree: dat ik het wil doen, is alleen om de vrede te bewaren.
- voetnoot389
- Neense: wij kunnen se niet verklaren
- voetnoot390
- ic...halen: ik zal haar uit jouw naam op scherpe manier bekritiseren
- voetnoot391
- ist...sin: is het nu van je af?
- voetnoot393
- Want, als het bij de mensen bekend wordt, schrijven ze het in de almanak bij andere grappige dingen
- voetnoot394
- Of als de zangers het te weten komen, zullen ze er wel een liedje over zingen.
- voetnoot395
- jy...wel: jij geeft heel goede raad
- voetnoot397
- beschrobbe: berispen
- voetnoot398
-
tot onsent: in ons huis
huynochtent: de grondtekst vermeldt ßuynochtent (zetfout).
slobbe: waden
- voetnoot399
- sulc...loon: loon naar werken
- voetnoot400
- in...doon: in deze redenering niet volgen; doon van doghen: toelaten, dulden.
- voetnoot401
-
langtmen: geef me
beschicke: bezorgen
- voetnoot403
- versus: stilhoud
- voetnoot404
- Zo is het, nou erop af, adieu tot dadelijk
- voetnoot405
-
kyeren: kinderen
beschrijven: bedrijven van minder nette handelingen
- voetnoot406
- Ik heb het daar moeilijk genoeg gehad, dat ik het heb kunnen gladstrijken, plooien
- voetnoot407
- voort of hack: hierna tot een goed einde breng
- voetnoot408
- garen: graag
- voetnoot409
- ommesien: ogenblik
- voetnoot410
- wat...lesen: een terzijde
- voetnoot413
- Maer: wel,
- voetnoot414
- iockes: leugens
- voetnoot415
- ick...bescheyt: ik weet beter hoe het zit (de waarheid)
- voetnoot417
- belijdt...rijse: geef het ook toe voordat er iets onaangenamers uit voortkomt
- voetnoot418
- gatet...wijse: wijst het voldoende uit
- voetnoot421
- En dan zou het overal bekend raken, wat me voor jou nog zou spijten
- voetnoot424
- Het zou me nog spijten dat je voor je eerste fout te schande wordt gezet
- voetnoot425
- teuge...kicke: tegen niemand met een woord over zal reppen
- voetnoot426
- hoe...nicke: waarom zo huilen en snikken?
- voetnoot427
- Beheers je en wees redelijk
- voetnoot-
- STYNTIE: de grondtekst vermeldt SYN (zetfout)
- voetnoot430
-
Daer...speule: zegswijze, wanneer men de
oorzaak van een moeilijkheid niet begrijpt
verg. daar haalt je de koekoek, nogal logisch!
dattet...lye: deed iemand het maar met mij, als ik het niet wilde; een terzijde
- voetnoot431
- kal: praat
- voetnoot436
- siet...quyt: let erop dat je je voortaan netjes gedraagt
- voetnoot437
- draghe: brengen
- voetnoot439
- after over schouwer...giest: een mooie kerel; hierbij maakt Stijntje een spottende beweging van iets over de schouder werpen
- voetnoot440
- schoet...liest: schoenen maakt op andermans leest (doelend op coïtus) Verwijst naar het spreekwoord: schoenmaker blijf bij je leest
- voetnoot444
- vast: al
- voetnoot447
- vry...in: zonder terughoudenheid en vrijmoedig (tautologie)
- voetnoot449
- fasy: gezicht vgl. fr. face
- voetnoot+
- W.D.H.: W.D. Hooft