Gedichten. Deel 1
(1899)–P.C. Hooft– Auteursrecht onbekendZang.Wijze: Questa dolce Sirena, etc.O mijn' versonke zinnen,Ga naar voetnoot+
Hoe zoet wordt ghij gezeelt,Ga naar voetnoot2)
Dewijl dat u van binnenGa naar voetnoot3)
Almaghtigh' heusheit streelt,
5[regelnummer]
En 't vlijmen van haer' vinnenGa naar voetnoot5)
Met welkoom wonden speelt.
Me lief, me licht, me leeven,
Van al mijn lot het wiel
Wordt door uw' handt gedreven,
10[regelnummer]
Daer jck zoo vlak in viel;Ga naar voetnoot10)
Ghij hebt mijn ziel vergeven,
Vergeeven jck mijn ziel.
Want ujt uw' aemend' óóghen
'T vergift zij dorstigh dronk.
15[regelnummer]
Zich waenende te zóóghen,
Verswolgh zij vonk op vonk.
Ick, om haer te verhóóghen
Haer aen uw ziele schonk.
Des brandtz' om die te naeken,
20[regelnummer]
Daer in te zijn gegrift;
En smelt van 't weldigh blaeken,
Dat ghij door 't ooghe zift.
Maer ghij kunt heelsaem maekenGa naar voetnoot23)
Dit dubbele vergift.
| |
[pagina 233]
| |
25[regelnummer]
Want zoo ghij, in het steetjeGa naar voetnoot25)
Van mijne ziele, dartGa naar voetnoot26)
Een kleen geneghenheetje
Mij gunnen van uw hart,
Verlichten zal het leedtje,
30[regelnummer]
Dat nu mijn boesem smart.
En zoo ghij d'eedle straelen
Vol vriendelijker geur,Ga naar voetnoot32)
Die op mij nederdaelen,
Maer daelen zonder keur,Ga naar voetnoot34)
35[regelnummer]
Laet gaen om in te haelen
Mijn ziel, zij is 'er deur.Ga naar voetnoot36)
6 Sept. 1625.
|
|