Gedichten. Deel 1
(1899)–P.C. Hooft– Auteursrecht onbekend[Zoo 't gelujdt dat ghij laet slippen]Zoo 't gelujdt dat ghij laet slippenGa naar voetnoot+
Lieve lust, ujt lieve lippen,
Is het kleppen vanden brandtGa naar voetnoot3)
Die u knaeght het ingewant:
5[regelnummer]
Laet uw tonxke, door die kraelen,Ga naar voetnoot5)
'T mijnent koomen lessing haelen,
Ende mijner lippen voor,Ga naar voetnoot7)
Glibberende slingren door.
Al ist dat mij borst en nieren
10[regelnummer]
Vol zijn van gelijke vieren,
Keer u daer niet eens aen, want
Evenwel jck watertandt.
|
|