Gedichten. Deel 1
(1899)–P.C. Hooft– Auteursrecht onbekend[Indien het clagen can versachten d' ongenade]Wijze: Esprits qui souspirez, etc.Indien het clagen can versachten d' ongenadeGa naar voetnoot+Ga naar voetnoot1)
Vant wanckelbaer geluck soo claech ick niet om niet,Ga naar voetnoot2)
En claech ick te vergeefs het is een clene schade
Verlies van clachten voor die t' al verlooren siet.Ga naar voetnoot4)
5[regelnummer]
Den hemel die beschreijt met wtgestorte stroomen
Door mededogentheit de grootheit van mijn quaet,
En t' suchten van de wint beweecht de droeve boomen
Om te bewenen mijn bedroefd' en bange staet.Ga naar voetnoot8)
De blijgeestige May heeft sellefs een mishagen,Ga naar voetnoot9)
10[regelnummer]
In haer cleenoodg' en pracht van bloemen menichvout,
En wendt o vogelkens u tere stem tot clagen,
Clagen wanneer ghij minneliedtgens quelen soudt.
De swaere dampen wt mijn droevich hart getoogen
Benevlen de Natuir met al haer vrolijckheit,
15[regelnummer]
Maer op u claer aenschijn o vrouw van groot vermogen,
En heft noch droeve damp noch naere duisterheit.Ga naar voetnoot16)
U dreutsche schoonheit can met een gesicht verstroyenGa naar voetnoot17)
En drijven inde vlucht de nevels en de nacht.
Hoe soud de wedermin een ijsich hart ontdoyen
20[regelnummer]
Opt welck medogentheit met allen heeft geen macht.Ga naar voetnoot20)
Ach mijn Godinne' al waert al schoon al goedertierenGa naar voetnoot21)
Kent ghij u niet tot hulp door medelijden spoen,Ga naar voetnoot22)
Soo troost de slave van u eedele manieren
Naer heusheit uwes Aerts wt lust om goet te doen.
D.W.B.
Voor Diana.
|
|