Liederen en gedichten
(2004)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 74]
| |
Op het negende verjaren van de bruiloftsdag van Tesselscha Visscher en Allard Crombalchaant.Aan de zoete Tesselscha
en haar uitverkoren ga
heeft, tot nog toe, op 't verjaren
van hun echtelijk vergaren,
5[regelnummer]
de godin der huw'lijksplicht
met haar fakkel toegelicht,
om de zorgen hun te leren
die geen huishouw kan ontberen,
of het gaat, in kort, te grond.
10[regelnummer]
Alles heeft zijn maat en stond.
Weg ditmaal met Juno's blaker!
Komt, o Phoebus, vrolijkmaker,
en gij negen zusters voorts.
Eén van neeg'nen houd' de toorts
15[regelnummer]
op het negende verjaren
van hun allereerste paren.
't Huis heeft nu een goede plooi.
Dies die zorgen geeft de gooi
voor een tijd, en wilt ontvonken
20[regelnummer]
't vuur der geestigheid, verdronken
in bekomm'ring met gezin.
Blaast haar 't jonge leven in.
Doet die Venuslijke ving'ren
weder op viool versling'ren;
25[regelnummer]
wanken pen, penseel en stift,
telers van een edel schrift.
Lang genoeg is 't dat zij suften.
De doorluchtige vernuften
hebben lang genoeg gevast
30[regelnummer]
naar de lekkernij, te gast
waar zij hen op placht te noden.
| |
[pagina 75]
| |
Wekt uit het getal der doden
een, aan wie d' onsterf'lijkheid
overlang is toegeleid.
35[regelnummer]
Doet haar 't heug'lijk hoefnat leppen
en een verse jeugde scheppen
t' allen negen jaren weer:
zo veroudt zij nimmermeer.
|
|