16 | Pieter Jacobsz. Olican, burgemeester van Haarlem enz. Schilderij op paneel door Frans Hals. Coll. Vernon Watney, Cornbury Park, Charlbury. Foto Iconografisch Bureau, 's-Gravenhage. 1056, 1058. |
17 | Maritge Claesdr. Voogt, tr. Haarlem 17 september 1595 Pieter Jacobsz. Olican. Tegenhanger van nr. 16. |
18 | Dirck Graswinckel, Hr van Holy, ridder van St Marcus, advokaat-fiskaal van Holland en West-Friesland. Gravure van Jacob Matham naar M. v. Mierevelt. Coll. en foto Iconografisch Bureau, 's-Gravenhage. 1130. |
19 | P.C. Hooft. Houtsnede van A.C. Willink, opgenomen in Minnedichten ed. E. du Perron. E 16. |
20 | P.C. Hooft. Houtsnede van Henri Jonas, opgenomen in Reden vande waerdicheit der Poesie. E 17. |
21 | P.C. Hooft. Houtgravure door P.A. Schipperus naar een gevelsteen van E. Colinet (?). E 25. |
22 | Titelpagina van de aan Hooft opgedragen (1090) Thimoklea van Jan Soet, versierd met emblemen en deviezen van de oude rederijkerskamer In Liefde Bloeiende en de Eerste Duytsche Academie, die in 1635 verenigd waren. Coll. en foto UBA. |
23 | Anna Jacobsdr. Blaeu, † 1627, moeder van P.C. Hooft. Schilderij van Cornelis van der Voort, tegenhanger van no. 23 in deel I. Foto en copyright Gemeentemusea Amsterdam. |
24 | Conradus Goddaeus, predikant te Vaassen, dichter o.a. van Ululae Laus. Gravure van Abraham Conradus (Goddaeus?) 1652. Ontleend aan de Nieuwe Gedichten van G. die in 1656 in Harderwijk verschenen. Coll. en foto UBA. 1149, 1245. |
25 | Constantijn Huygens, omringd door zijn kinderen. Schilderij van Adr. Hanneman. Coll. en foto Stichting J.M. van Nassau, Mauritshuis, 's-Gravenhage. |
26 | Brief van 30 augustus 1644 van P.C. Hooft en anderen aan C. Huygens. Vgl. 1223 en de commentaar. De reproductie toont de verplaatsing, door G. Brandt, van Graswinckel's eerst door Hooft geschreven naam, en dat de hoek van het vel, waar de naam van Jan Vos gestaan moet hebben, niet afgesleten maar afgescheurd is. |
27 | Joost van den Vondel. Schilderij op paneel van Govert Flinck. Foto Rijksmuseum Amsterdam. 1301. |
28 | Johan van der Meijden, vroedschap 1639-1676, schepen en burgemeester van Rotterdam, tr (Io) 31 mei 1644 Constantia Bartolotti. (Door P. v.d. Werf). Coll. en foto Gem. archiefdienst Rotterdam. |
29 | De kerk te Muiden. Tekening van M. Brouerius. Coll. en foto Rijksarchief in Noord-Holland, Haarlem. |
30 | De kerk te Muiden. Interieur naar het Westen. Aan weerszijden van de preekstoel de tableaux nr. 32 en 33. Foto Hans Sibbelee. |
31 | Schetsje onder brief 1138 waarin Hooft Tesselschade vraagt, roemers voor hem en Leonora te graveren. Dit motief, met een andere spreuk, ook op tableau 33. |
32 | Tableau in de kerk te Muiden, links van de kansel (vgl. nr. 30). De tableaux dragen het jaartal 1647 en zijn dus hoogstwaarschijnlijk na Hooft's overlijden en wel bij de aanneming op belijdenis van Leonora aangebracht (23 augustus 1647, Kerkeraadsboek Muiden 1639-1689 fol. 21). Vgl. voor de tekst LSt. I 322, waar het opschrift luidt ‘Matth. VII:11’ en de tekst: ‘Zoo, boozen, ghij door 't wee / Van uwer kindren beê / Tot weldoen wort gedreeven, / Hoe veel zal dan te meer / Zijn' schepslen 's Heemels heer, / 'T heil daar z'om bidden geeven.’
Bron: hs. UBA II C 11.975, op de keerzijde van 1285 van 21 september 1645.
In de doorbroken kroonlijst Hooft's wapen en daaronder een medaillon met de afbeelding van St Michiel. De versiering van de grondlijst toont Hooft's embleem, een stralende zon en zijn devies ‘Omnibus idem’.
Foto Hans Sibbelee. |
33 | Tableau rechts van de kansel (vgl. nr. 30). De tekst LSt. I 322, waar het opschrift luidt: ‘Smenschen plicht’ en het jaartal 1646. Bron: Werken (1671), blz. 307 van de Gedichten. In de doorbroken kroonlijst het wapen Hellemans in een jonkvrouwelijk schild. De grondlijst toont het
|