De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 789]
| |
1330 Aan mijn heer, Mijn heer, P.C. Hooft, Drost van Muijden, op de Keijsersgraght, naest de valckenier tot Amsterdam.1Animô charissime pater,
2Artis gladiatoriae cum Reijgersbergiô exercitationem heri incepi, 3 in quâ quotidie me pergere oportebit, cum nihilominus aliquotiës 4 possim in hebdomade saltare, nam hoc dimidiâ horâ et quovis die 5 fieri potest: Reijgersbergio autem parem, et in pergendô me non 6 defuturum, sed eum assecuturum in illâ arte confido. In jure 7 detrimentum mihi magnum adversa D. Schotani valetudo adfert; 8 collegium enim, quod ante duas hebdomadas initium sumi potuisset,Ga naar eind8 9 nondum eam ob causam inchoatum est; tale autem hoc futurum est, 10 ut per modum examinis omnia explicet, et omnes difficultates, 11 quae moveri poterunt, moveat: qui volent etiam, bis in hebdomade 12 disputare poterunt audientibus illis, qui volent; disputare autem cum 13 dissuasum mihi esse scias: audire tamen disputationes utile judicavi,Ga naar eind13 14 ad quam libellô, in hunc finem à D. Schotanô compositô, mihiGa naar eind14 15 opus est, quod compingi jussi. D. Suilechemii filius nudius tertiusGa naar eind15 16 rediit, remansurus hic adhuc, antequam Bredam proficiscatur, 17 usque ad proximum mensem Majum. De valetudine affinis Perrii 18 aliquid intelligere desidero, dum spero illum à Deo Opt: Max: 19 liberatum iri. Interim vale, salutatus cum matre, dummodo reversa 20 sit, et sorore, ab
21Lugduni Batavorum, XIII 22Kalendas Aprilis, 23M.D.C.XL.VII. 21Amantissimô tui filiô, 22Arnoldô Hellemans Hooft.
vertaling
Van harte geliefde vader, In de gladiatorenkunst ben ik met Reijgersberg de oefening gisteren begonnen; daarmee zal ik elken dag behoren door te gaan, terwijl ik niettemin een aantal malen in de week kan dansen, want dat kan in een half uur en iederen dag dien ge wilt gebeuren; dat ik echter aan Reijgersberg gewaagd ben en bij stug doorgaan niet | |
[pagina 790]
| |
zal achterblijven, maar hem inhalen in die kundigheid, vertrouw ik stellig. Bij de rechten berokkent mij grote schade de slechte gezondheid van den Heer Schotanus; het college immers, dat twee weken geleden een aanvang had kunnen nemen, is om die reden nog niet begonnen; de opzet ervan zal zo zijn, dat naar den trant van een examen hij alles ontwikkelt en alle moeilijkheden, die opgeworpen zullen kunnen worden, opwerpt; die dat willen, zullen ook tweemaal per week wetenschappelijk kunnen disputeren, terwijl toehoorder zijn, die dat willen. Hoewel nu het disputeren zelf mij is ontraden - u weet het -, heb ik toch toehoorder zijn bij disputaties nuttig geoordeeld, waarvoor ik een boekje, te dien einde door den Heer Schotanus in elkaar gezet, nodig heb, dat ik heb laten inbinden. De zoon van den Heer van Suilechem is eergisteren teruggekeerd met de bedoeling hier nog te verblijven, alvorens hij naar Breda vertrekt, tot de eerstkomende maand Mei. Over de ziekte van zwager Van de Perre verlang ik iets te vernemen, terwijl ik hoop, dat hij door den Goeden, Groten God ervan zal worden bevrijd. Intussen vaarwel, gegroet met moeder, als zij tenminste terug is, en zuster door uw u liefhebbenden zoon Arnout Hellemans Hooft Leiden, 20 maart 1647 |