De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 784]
| |
1327 Aan B. Gabriël, Capusien tot Looven.1Eerwaardighe Heere,
2Als ik U.E. schrijven van den 23en in Slaghtmaant lestleeden 3 ontfing, ontbrak mij geleeghenheit om het hierneevensgaande pak 4 aan U.E. te bestellen. Daarnaa maakte 't fleeresijn de rechte handtGa naar eind4 5 mij; voorts het ijs den schiplujden de waateren t'onbrujk. NuGa naar eind5 6 zend ik het; doch ongebonden; om dat ik hoop binnen korte 7 jaaren, noch tien boeken ujt te geeven, die bequaamelijxt bijGa naar eind7 8 voorighe 20 [van] zullen kunnen gevoeght worden: zijnde mijn'Ga naar eind8 9 zorgh, dat mij niet gelukken zal het werk wijder te brengen, bijGa naar eind9 10 mangel van gezonthejt, oft Leeven. Want d'eene wort dikwijlsGa naar eind10 11 bestreeden; en 't ander lujstert mij, die staa om op den 16en deezerGa naar eind11 12 maant in mijn 67e Jaar te treeden, in 't oor: Tempus abire mihi. 13 D'ondergang van U.E. Braabandsche zonne, den H. Puteanus, is 14 hier, tot bedroefenis der fraaje vernuften, oover een' wijl, ruchtbaarGa naar eind14 15 geworden: gelijk daar bij U.E. (mijns achtens) die van den H. de 16 Groot, onze Hollandsche, hoewel zij ons in lang zelden hadGa naar eind16 17 toegescheenen. Daarentussen is 't geen' geringe troost, dat het licht,Ga naar eind17 18 gebooren ujt dusdaane zonnen, ons naa den ondergang der zelve 19 bijblijft; daar 't licht der andre ons teffens met haar ontvalt.Ga naar eind19 20 Boovendien, gelijk de Heemelsche haaren tijdt van daalen enGa naar eind20 21 weeder van rijzen heeft, zoo doen ook de Aardsche zonnen; waar-Ga naar eind2122onder ik alle schrandre opbouwers hunner Vaaderlandsche taale 23 tel, en inzonderheit U.E. wien God langduurighe welvaart 24 verleene, naar hartlijke wensch, 25Eerwaardighe Heere, van 25U.E. 26Ganschtoegheneeghen dienaar 27P.C. Hóóft. 28Mijn' Hujsvrouw Helionora Hellemans, gesprooten ujt Antwerpen,Ga naar eind28 29 heeft tot Looven een' Vaaders zuster, genaamt Constantia Helle-30mans, stichtster van zeeker vrouwenklooster. Zoo de geleeghenheitGa naar eind30 31 lijdt, dat U.E. onze ootmoedighe gebiedenissen aan haare E. doe, 32 't zal een werk van groote verdienste bij ons weezen.Ga naar eind32 33T'Amsterdam, den 12en 34in Lentemaant, des jaars M.DC.XLVII. | |
[pagina 785]
| |
Hooft stuurt 20 boeken van de Nederlandsche Historiën en verontschuldigt zich met zijn slechte gezondheid. Hij betreurt de dood van Puteanus en Grotius en acht zijn eigen einde nabij. |
|