De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 778]
| |
1324 Aan den Heere Antonis van Zurk, Heere van Berghen1Mijn' Heere ende Welwaarde Neeve,
2De oovergezonde haas heeft ons de aangenaame tijding van U. Eed.Ga naar eind2 3 gezonthejt gebraght, meldende haar' oeffening ter jaght, en teffens,Ga naar eind3 4 hoe U. Eed. daarop zoo wijd niet gaat ujtwejden, dat haar hart onsGa naar eind4 5 ujt den ooghe verliest. Hartelijk zij U. Eed. voor deeze gunsten en 6 voor den boode bedankt, God voor U. Eed. welvaart, en laat deGa naar eind6 7 zelve duurzaamer weezen dan de mijne, die van tijdt tot tijdt, doorGa naar eind7 8 verschejde quaalen gesteurt wort. In 't bestandt (want ik dar hetGa naar eind8 9 noch geen' pajs noemen) mij verleent van 't fleresijn, ben ik vanGa naar eind9 10 koortse, doch d'ongenaadighste niet, en van ontsteltenis der maaghe,Ga naar eind10 11 ontrent twee maanden geplaaght geweest. Ik maak mij dietsch dat 12 de Herfst de schulden, die ik in den zoomer gemaakt heb, komt 13 inmaanen, en zoude liever mijn leedt de persen en prujmen wijtenGa naar eind13 14 dan den ouderdoome, hoewel ik deezen met geen goedt gewisse 15 kan vrij kennen. Nu begint mij 't leeven weeder toe te lachen metGa naar eind15 16 de nieuwe smaak der verquikkinge. Maar onze schoonzoon vanGa naar eind16 17 der Perre, hebben[..] lang in een quaadt vel gesteeken, lejt althansGa naar eind17 18 gevelt van een' ooverfelle, koortse en zoo stijfzinnigh, dat ze in zesGa naar eind18 19 etmaalen (zoo de arts oordeelt) niet zujver is afgegaan. Tussen zijnGa naar eind19 20 waater en puur bloedt is bij wijlen nauwlijks, tussen zijn bloedt en 21 enkle gal geen onderschejdt. Gister werd hem des een deel afgelaa-Ga naar eind2122ten, heeden morghen weeder, en naamiddagh ten derden maale. 23 'T geen ons de wanhoop eenighszins afweert, is, dat men in hemGa naar eind23 24 noch reedelijke krachten speurt. D'Allerhooghste, welke weet wat 25 hem zaalighst is, geev' het hem. Met welke veilighe wensch, ookGa naar eind25 26 voor UEed. en alle die haar lief zijn, zich op 't needrighste t'haar-27waarts de mijnen gebieden, gelijk doet, 28Mijn' Heere ende welwaarde Neeve, 29UEeds 30Onderdaane dienaar 31P.C. Hóóft. 30T'Amsterdam, 21 Decemb. 311646.
Hooft bedankt voor een haas en schrijft over ziekten van Van de Perre en hemzelf. |
|