De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3

Derde deel

Regelnummers proza verbergen

[p. 775]

1322 (W. Schuijl aan P.C. Hooft).

1Wel Eedele Eerentfeste wijze Heer

2Dat ik UEed^e dertiende boek der Neederlandsche Historien,² 3 langzaamer afgeschreeven hebbe, als wel de voorighe, is niet alleen 4 om dat ik 't voor jonghste en zoo voor 't liefste hiel, maar ook 5 om dat ik mijn lust van zonder zorghe, door die zorghelijke tijden 6 te mooghen heen gaan, teeghen het daaghelijx ebben dat zij leede, 7 noch eenen ooverloop ofte twee gunnen moeste, waarvan nu met 8 smaak opstaande, biddet Godt den Heere, dat hij UEed^e het leeven 9 gunne, dat tot voltoijing van dit Doorluchtigh werk noodigh, en 10 verbreijding zijner Heiligher eere, vorderlijk zij.

11UWelEedelhejts

12onderd^e dienaar,

13W Schuijl.

12Ujtrecht den 13 van slacht-

13maant des jaars 1646

2 dertiende: J.C. Breen geeft op blz. 52 van zijn P.C. Hooft als schrijver der Nederlandsche Historiën, ook op grond van de handschriften, een aannemelijke verklaring van dit nummer: ‘Waarschijnlijk bedoelt hij hier het 13^e stuk van het Vervolg, op het handschrift als het 49^e aangeduid, dat het eerste gedeelte van het 27^e of laatste boek bevat’.

Origineel. UBA II C 9.436^v = versopag. 38.