De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 774]
| |
1321 (J. van de Perre aan P.C. Hooft)1Mij<n> Heere en wel waerde Schoonvader,
2Ick hebbe mijn Heer Splinter gesproken aengaende het Landt, hij 3 heeft mede Landt leggende buijten woerden maer is een geheelGa naar eind3 4 ander quartier op soo dat vant Landt aen de drie bruggen geenGa naar eind4 5 kennisse altoos hadde, dan meinde dat beter niemandt daer vanGa naar eind5 6 soude onderregtinge konen doen als de Schout van Swammerdam. 7 Het Landt daer laest van hebbe geschreven dat 30 g. de mergeGa naar eind7 8 dede is over twee iaer naergelaten bij Adriaen van Leeuwen, en isGa naar eind8 9 5. mergen groot. Indien het nogh eenige dagen drooght sal deGa naar eind9 10 toekomende weke nogh derwaerts gaen alsoo versta darmen vanGa naar eind10 11 woerden met een schuijtien daer kan komen. 12De Heeren vant Capittel hebben mij dese dagen t'huijs gestuiertGa naar eind12 13 een bundige obligacie die met de eerste gelegentheijt sal medeGa naar eind13 14 breng[-] onder en tuschen recommandeeren ons in Ue goedeGa naar eind14 15 gracie 16en blijve 17Ue seer gedienstige Schoonsoon 18J. vande Perre 18Utreght 31 Octob
Vermogensbeheer. |
|