De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3

Derde deel

Regelnummers proza verbergen

[p. 773]

1320 Aan den H. Geerart Pauw, Rentm^r van d'Espargne.

1Mijn' Heere,

2Op gister is mij voorgekoomen, dat de Armenvooghden der² 3 steede Mujde, aan zich getooghen ende verkoft hebben zeekeren³ 4 verdoolden os, wiens ejghenaar onbekent is. Ende alzoo, mijns 5 gevoelens, du<s>daanigh onbeheert goedt ressorteert onder 6 d'Espargne, heb ik mijnes plichts geacht U. Eed. dies te verwittighen⁶ 7 bij deezen, met welhartlijke groete ende eerbiedenis,

8Mijn' Heere, van

9U. Eed.

10Ootmoedighen dienaar,

11P.C. Hóóft.

10T' Amsterdam, 30 Oct.

111646.

Aanmelding van een verdwaalde os.

2 is mij voorgekoomen: heb ik vernomen.

3 aan zich getooghen: in bezit genomen.

6 mijnes plichts geacht: (het) behorende tot mijn plicht geacht.

Minuut. UBA II C 11.622.