De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 726]
| |
1291 (W. Schuijl aan P.C. Hooft.)1Wel Eedele Heer
2Ik hebbe met den dank-heb, die UEd schuldigh was weeghen hetGa naar eind2 3 ooverloon, dat mij eenighe maanden geleeden, hebt gelieven teGa naar eind3 4 stuuren door handen van me Vrouwe, gewaght, tot dat daar op een 5 begin van erkenning gemaakt hadde, in het afschrijven der drie 6 deeltiens, Zijner Eedele Historien, die hier neevens keeren,Ga naar eind6 7 verdubbelt, met oprechte aanbieding, van in gelijken doen, nochGa naar eind7 8 wel een deeltien te willen goet maaken, van 't geene UEedtGa naar eind8 9 bij mij te quaade blijft, ingevalle het Zijnen Eedelen werkeGa naar eind9 10 vorderlijk, en mij tot ontlasting weezen moghte. Den rouwGa naar eind10 11 UEedn huize oover gekoomen, door het ontijdigh afsterven vanGa naar eind11 12 onse lieve nichte van der Meijde, is ons noch van ganscher hartenGa naar eind12 13 leedt, ende bidden God, dat hij den geenen, die het noch naarderGa naar eind13 14 raakt, wil sterken door Zijnen Hejlighen geest, aan de welken UE 15 Wel Eede[e]le Heer met alle die vanden WelEedn huize 16 beveelende blijve 17UE onderdaanighen dinaar 18W Schuijl. 19ujtrecht op den yersten dagh 20vande vasten des jaars 1646
Wijnand Schuijl, vgl. 378, door zijn huwelijk met Maria Bartolotti een zwager van Leonora, schrijft over zijn kopiëren van een gedeelte der Nederlandsche Historiën en condoleert met het overlijden van Constantia van der Meijden-Bartolotti. De toon van de brief is zo onderdanig dat men aan een jongere generatie zou denken, als een onderzoek in het gemeentearchief van Utrecht dit niet had weerlegd. Constantia was in de week van 4 tot 10 februari overleden. |
|