De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 709]
| |
1281 Aan mijnen Heere, Mijnen Heere Joachim van [-] kkevoort, Ridder, Raadt [-] Resident haarer Hoogheit van Hessen, tot Amsterdam.(v. Wickev.: 26 Aoust 1645 M. Hooft.) 1Mijn' Heere ende Neeve, 2U. Eed. Gestr. verplicht mij hooghlijk met het verhaal der Duitsche 3 tijdingen: hoewel men daaraf zeggen magh Parturiunt montes. DeGa naar eind3 4 Fransche zijn mij altijds zeer geneughelijk. Maar het bedroeft mij teGa naar eind4 5 verneemen dat Mê Vrouw U. Ed. Gestr. waarde helfte te spaade 6 gekoomen is om ons op gister, neevens de H.H. Barleus ende Poi-Ga naar eind67rier, met de eere haarder jeeghenwoordigheit te begunstighen. 8 Indien haare Eed ende U. Eed. Gestr. dit ongeluk zoo leedt is als ons, 9 de schaade zal haast geboet worden: waarnaa ons zeer verlangt. 10 Joffrouw Crombalgh vertrok deezen morghen naa Weesp, om daar 11 te blijven bij haaren neef van Buil, tot morghen aavondt. AlsdanGa naar eind11 12 zullen wij in geenen gebreeke blijven van U. Eed. Gestr. groetenisGa naar eind12 13 te doen: gelijk wij d'onze doen mitsdeezen; kussende mijn' 14 Hujsvrouw ende kindren, neevens mij de waarde handt van onze 15 hooghwaarde Nichte ende van U. Eed. Gestr. die zich gewaardigheGa naar eind15 16 in haare beste gunste altijds te bewaaren, 17Mijn' Heere ende Neeve, 18U. Eed. Gestr. 19Onderdaansten, ootmoedigh- 20sten dienaar, 21P.C. Hóóft. 20Van den Hujze te Mujde, 2125 Aug. 1645.
Lopende zaken. |
|