De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 708]
| |
1280 Aan mijnen Heere, Mijnen Heere Joost Baak bij 't oudemannenhujs, in No 3. tot Amsterdam.L.
1Monsr mon Frere,
2Hoewel wij meenen ons recht gebooren te zijn tot maanen, ujtGa naar eind2 3 kracht van beloften, waarmeede U.E.E. zich verbonden hebben 4 hier te verschijnen, met het rijpen van de pruimen: zoo zal deeze 5 nochtans een' beede zijn, ten ejnde U.E. neevens Joffren zuster, endeGa naar eind5 6 Moeder van Erp, gelieve ons te begunstighen met de eere van 7 U.E.E. gezelschap, op zondagh, zijnde oovermorghen, ende eenighe 8 volghende daaghen: inde welke wij hoopen U.E.E. den tijdt met 9 eenigh aangenaam onderhoudt, niet verdrietigh te doen vinden. 10 In verwachting van onverwijlt ende troostelijk antwoordt, beveelGa naar eind10 11 ik U.E.E. in Godes bescherminge, ende in U.E.E. beste gunste, 12 Monsr mon Frere, 13U.E. 14Verplichten, dienstwil- 15lighsten broeder, 16P.C. Hóóft. 15Van den Hujze te Mujde, 1618 Aug. 1645.
Uitnodiging. |