De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 663]
| |
1254 Aan de Adten Fransois Sprong en Abraham Mellinga, tot Leeuwaarde.1Mijn' Heeren,
2Bij U.E.E. schrijven van den 18en lestleeden, naar den ouden stijl, 3 blijkt mij, hoe de zaak aldaar is ujtgevallen. Ik, als hebbende nietGa naar eind3 4 geschreeven oft oovergezonden aan partije, dan bij raadt van 5 mijnen schoonbroeder den Adt Cloek, van al 't welk U.E.E. (zoo 6 ik beeter niet weet) afschrift hebben, vertrouwe vastelijk, dat 7 daarinne niet, dat mij verbinden moghte, kan gevonden worden. 8 Den eedt heb ik gedaan in de forme gebruiklijk bij de Gerefor-Ga naar eind89meerden: Watse Reen in de forme der Mennoniten: die, oft 10 schoon hunne forme inder daadt eeven veel doet, nochtans bij henGa naar eind10 11 niet zoo hoogh als d'onze geacht wordt. Eevenwel (gelijk men 12 zeidt) Wat de Heeren wijzen, moet men prijzen. Ende ik bedankGa naar eind12 13 hunne Eed. Mo., inzonderheit mijnen H Kinnema, voor de goedeGa naar eind13 14 afveirdighing; U.E.E. voor de vlijt en getrouwigheit, beweezen in 15 't waarneemen en vervolghen der zaake: ende heb verzocht op den 16 H. Burghermeester Hans Harmanszoon de Vries, dat zijner E. 17 gelieve U.E.E. de eenhondert gl. bij U.E.E. verdient en verschooten, 18 ter handt te stellen. Voorts heb ik zijne E. en den Heer Brujnsma 19 gebeeden te proeven oft partije bij weeghe van accoort tot reedelijkeGa naar eind19 20 koopvoorwaarden zal willen verstaan. Indien neen, zoo zal 't 21 noodigh zijn dien van Rechte weeder in te gaan volghends U.E.E.Ga naar eind21 22 advis. Ende wanneer, naa 't vast stellen der conditien door 't een ofGa naar eind22 23 ander middel, de koop te boode en consent gestelt wordt, zal menGa naar eind23 24 mooghen ooverleggen oft raadzaam zij het Landt te Niaaren oftGa naar eind24 25 niet. Booven de koopschat komt mij althans van partije aan hujre 26 gl 122-6-. oover de laaste zes maanden van 't jaar 1643: voorts de 27 interes sedert vervallen, die quaalijk te raamen is zonder eerst ooverGa naar eind27 28 de gemelde voorwaarden geaccordeert oft door den Rechter 29 gescheiden te zijn. Zo U.E.E. eenighe naader inzighten op deeze 30 mijne zaaken mooghen hebben; de kundschap derzelve zal mij 31 zeer aangenaam zijn, die U.E.E. den Almooghende in schut en 32 scherm bevoolen laat, blijvende 33Mijn' Heeren, 34U.E.E. weldienstwe vriendt, 35P.C. Hóóft. 35T'Amsterdam, Mar. 1645. | |
[pagina 664]
| |
Vervolg landkoop. |
|