De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 587]
| |
1209 Eedelen, gestrengen, Welwijzen, zeer voorzienighen Heere, Mijnen Heere Joachim van Wikkevoort, Raadt ende Resident haarer Hoogheit van Hessen, in de nieuwe Houtstraat In Den HaagheL.
1Mijn' Heere ende Neeve,
2Bij mijnen laasten gaf ik U. Eed. Gestr. reekenschap van den plicht,Ga naar eind2 3 door mij gedaan bij den H. Wachtmr Hasselaar: waarvan ik hoop 4 dat U. Eed. Gestr. zal reedelijk genoeghen neemen. Nu dient deeze, 5 om de gebeeden van Brujdt en Bruidegoom aan U. Eed. Gestr. 6 te richten, ende de mijne samt die van mijn' Hujsvrouwe, daarbij te 7 voeghen, ten einde U. Eed. Gestr. zich gewaardighe, neevens 8 Mê Vrouwe haare beminde helfte, de bruiloftfeest, die wij hier opGa naar eind8 9 den laasten deezer maant meenen te houden, te verhelderen metGa naar eind9 10 de eere uwer jeeghenwoordigheit. Bij den ingeslooten aan den 11 Heere van Zuilichem, bid ik zijn' Eed. Gestr. ons de zelve gloorie teGa naar eind11 12 gunnen, ende, nevens haaren zoon Jonkheer Constantijn, in 'tGa naar eind12 13 gezelschap van U. Eed. Gestr. op de feeste te verschijnen: ofte, 14 indien zijn' Eed. Gestr. door eenigh fel gebodt des Prinsen vanGa naar eind14 15 Oranje, gelijk ik ducht, belet wordt, dat dan immers den voorzeidenGa naar eind15 16 Jonkheere gelieve onze noodighing niet af te slaan. U. Eed. Gestr. 17 begunstighe ons met een kraftigh woordt ten beste te spreeken bijGa naar eind17 18 zijn' Eed. Gestr. op dat ons 't geluk der jeeghenwoordigheit van 19 Vaader en zoone, ofte ten minste van den zoone gebeuren mooghe. 20 De Heer Barlaeus, aan wien wij ons dienstelijk gebieden, zij gebee-21den zijne konsten van sierspraak uit de mouwe te schudden:Ga naar eind21 22 foecundum concutiat pectus: op dat onz verzoek geen' slip haale.Ga naar eind22 23 Mijn' Hujsvrouw is te vreede de ooverkoomst van zijn Eed. Gestr.Ga naar eind23 24 bij deeze geleeghenheit, aan te neemen voor betaaling der verloope-25ne renten van 't bondtschrift, waarbij zijn' Eed. Gestr. belooft heeftGa naar eind25 26 ons te begenaadighen met haar bezoek; welke schuldt al over een'Ga naar eind26 27 wijle verscheenen is. U. Eed. Gestr. gelieve ook den Heere vanGa naar eind27 28 Zuilichem te verstendighen, dat wij zijn' Eed Gestr. herbergh 29 niet verre van onz hujs zullen teekenen. Wij twijfelen niet, oftGa naar eind29 | |
[pagina 588]
| |
30 U.Eed. Gestr. zal alle mooghelijke vlijt aanwenden om ons aan 31 vervulling deezer begeerte te helpen; ende beveelen ons, op dien 32 toeverlaat, in de beste gunste van U. Eed. Gestr. ende (bij haaren 33 oorlof) van Mê Vrouwe onze welwaarde Nichte, die hier de 34 ootmoedighe handkus zal vinden, van mijn' Hujsvrouwe ende, 35 Mijn' Heere ende Neeve, van 36U. Eed. Gestr. 37Onderdaansten, verplichtsten 38dienaar, 39P.C. Hóóft. 38T'Amsterdam, den 13en van 39Bloeijmaant des jaars 1644.
40[-]asselaar heeft mij gezeidt, [-] gevangen ontslaaghen is, ook 41 [-]elding van een deel der kosten, [-]houwe van U. Eed. Gestr.Ga naar eind41 42[-]rijven.
Vervolg van 1208. - Uitnodigingen voor de bruiloft. |
|