De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 525]
| |
1173 (A. Studler van Surck aan P.C. Hooft).1Mijn Heere ende Neeve.
2't is tegens onse meijninge ende plicht toegekomen dat wij sooGa naar eind2 3 traegh sijn geweest in 't erkennen vande eere die Uwe EEden ons 4 met haren brief van den 29 Julij hebben gelieven te doen toekomen: 5 want alsoo wij nevens de dancksegginge over de nodinge gheerne 6 den dagh van onse komste souden hebben overgebrieft, ende wijGa naar eind6 7 van tijt tot tijt hier eenige vrienden hebben gehat, ende het gesel-8schap vanden Heere de Laet met sijn nieuwgetroude dochter 9 noch sijn genietende, en hebben wij ons eijgen voogd niet geweestGa naar eind9 10 nochte den tijt konnen bepalen. Ende onderwijlen ontfange sooGa naar eind10 11 dadelijck Uwer Edts gansch jonstige missive van den 13 Augti 12 waer bij UEEden ons andermael deselve eere gelieven op te dragenGa naar eind12 13 ende met eenen bekent te maken dat de pruijmen haer op 'tGa naar eind13 14 cierlijckste beginnen voor te doen: sulcx dat wij staet maken sonderGa naar eind14 15 vorder vertreck op maendagh ofte dijnsdagh toekomende onsen 16 dienst aen Uwe EEden op den huijse te Muijden te komen aenbieden, 17 onse dochter sal haer nevens ons soecken te quijten, maer alsooGa naar eind17 18 onsen jongen sijn naeste ende waertste vrienden noch niet naGa naar eind18 19 behoren soude konnen bejegenen ende niet als moeijelijckheijtGa naar eind19 20 bijbrengen spreeckt mijn betgenootje van hem t'huijs te laten, doch 21 wij en sijn 't samen noch niet wel eens ende lichtelijck komen wijGa naar eind21 22 met den heelen tros over. Van mijn Broeder en kan met seecker-Ga naar eind2223heijt niet schrijven, alsoo hij een dwalende Star is geworden endeGa naar eind23 24 niet wel te voorseggen is waer hij sal komen te verschijnen. 25Eijndigende 26Mijn Heere ende Neeve 27na onser aller dienstigste gebiedenissen sullen ons beveelen in uwer 28 EEden gunste ende onderwijlen blijven
29Uwer EEdes onderdaenste ende 30oytmoedigste dienaer 31A S van Zurck. 30Bergen ijlende op 31den 17en Augti 1643. | |
[pagina 526]
| |
Aanvaarding van een uitnodiging. |
|