1169 Aan den H. Jacob Cloops, Adt tot Brussel.
1Het is althans een jaar ende een half geleeden, dat ik het laaste 2 schrijven van U.E. ontfing; hoewel ik bij 't mijne van den 2en 3 Martij ende 11en Junij laastleeden zeer ernstlijk verzocht heb dat 4 U.E. gelieven zoude mij te verwittighen van den Staat, waarinne 5 het proces, aangeheeven ujt naame mijner huisvrouwe, om 6 't Majoraat U.E. bekent, weezen moghte. Mij verwondert booven 7 maate, dat ik niet het minste letterken antwoords van U.E. ontfing. 8 Ik bid U.E. alsnoch mij eerstdaaghs ijetwes te laaten toe koomen, 9 ende god den Almaghtighen U.E. samt alle die der zelve lief zijn, 10 in eere ende voorspoedt te bewaaren, ende in U.E. goede gunste,
11Mijn' Heere,
12U.E.
13Onderdaanen, toegedaanen
14dienaar,
15P.C. Hóóft.
15ujt Amsterdam, 5 Aug. 1643.