De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 497]
| |
1156 (C. Huygens aan P.C. Hooft).1Mijn Heer;
2Uijt den name vande vijf Haeghsche Gasten, die sich om strijdGa naar eind2 3 beroemen vande groote beleeftheden aldaer ontfangen, bedanck ickGa naar eind3 4 U.E. ootmoedelick voor soo openhertigen gunst aen allen ge-Ga naar eind45samentlick ende ijeder een in 'tbijsonder bewesen. Wij willen tenGa naar eind5-7 6 uijtersten trachten ons daervan met alle schuldighe diensten tegens 7 U.E. ende Me Vrouwe te ontlasten, hopende dat het noch ten 8 deele sal geschieden konnen voor ons optrecken, ende dat U. EE.Ga naar eind8 9 sich onbeswaert sullen vinden vande schade alhier eenighsins teGa naar eind9 10 komen verhalen; daermen op Pasgeld ende Hofwijck ernstelickGa naar eind10 11 nae sal verlangen. Om de verbintenisse van dien handel in swang teGa naar eind11 12 houden, light hier eene van niews gerijmde obligatie tegens hetGa naar eind12 13 aenstaende jaer, maer en konde in dese doose niet, door dien nochGa naar eind13 14 de handen ende zegelen van partijen daer aen gebreken. EerstdaeghsGa naar eind14 15 sal ick die bestellen, ende, soo ick vertrouwe, U. EE. beide des teGa naar eind15 16 meer prickelen om betalinghe van oude schuld te komen halen, 17 siende datter wederom een niewe kerfstock gesneden werdt.Ga naar eind17 18 Drijderhande vormsels van s. Hoochts Wapen gaen hier neffens,Ga naar eind18 19 daer uijt de snijder alle licht sal konnen hebben. Mij is leed dat ickGa naar eind19 20 U.E. die moeijte niet voor af en hebbe genomen, maer veel meer,Ga naar eind20 21 dat ick mij soo langs soo onmachtiger vinde om U.E. inder daed teGa naar eind21 22 konnen bethoonen uijt wat overvloet van herten ick mij noeme,Ga naar eind22 23Mijn Heer, 24U.E. ootmoedighe ver- 25plichte dienaer 26CHuijgens. 25Haghe den 20en Aprilis 261643.
Huygens bedankt voor een ontvangst te Muiden en nodigt de Hoofts uit om het volgende jaar de buitens van hemzelf en de Van Osmaels bij Den Haag te bezoeken. - Hij stuurt op Hooft's verzoek voor zijn graveur, afbeeldingen van het wapen van de Prins. |
|