De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 477]
| |
1144 Eedelen, erntfesten, hooghgeleerden, Welwijzen, zeer vermooghenden Heeren, Mijnen Heeren den President ende Raaden oover Hollandt, Zeelandt, ende Vrieslandt.Ga naar eind*1Eedele &c.
2Op den 7en deezer maant is mij behandight U. Ed.Mo. missive van 3 den 24en Dec. lestleeden, met de exemplaren der acte van Adver-Ga naar eind34tentie, gedateert den 18en daar te voore: dewelke ik, zonder ujtstel 5 heb doen publiceren ende affigeren t' alle plaatsen mijnes districtsGa naar eind5 6 daar men des gewoon is. Noopende nu mijn debvoir in 't handt-7haaven ende exsecuteren der plakkaaten teegens de Pausgezinden, 8 bid ik U. Ed. wel reverentelijk te gedenken, 't geen dienaangaande 9 ik haar in voorleede jaaren, heb aangedient: te weeten, dat ik, inGa naar eind9 10 verscheide processen, aangevangen teegens hen, heb moeten 11 succumberen, oft de zelve laaten steeken, ujt zaake dat het ge-Ga naar eind1112tuighenisse mijner substituten ende assistenten, voor partijdighGa naar eind12 13 gereprocheert ende verworpen werd. Waarujt gevolght is, dat niet 14 alleen de kosten en moejte zijn verlooren geweest; maar ook de 15 voorzejde Pausgezinden, merkende de difficulteit van 't bewijs 16 hunner oovertreedingen, dies te stouter zijn geworden.Ga naar eind16 17 Alsnu, nochtans, urgeerende op 't betrachten der voorzejde Acte,Ga naar eind17 18 en der missive, gericht van U. Ed. Mo. aan Burghermeesteren van 19 Weesp, heb ik zoo veel gevordert, dat zij den twee stadsboodenGa naar eind19 20 belast hebben, zich op diergelijke exploicten te laaten vinden, omGa naar eind20 21 kennis te draaghen, en getuighenis te verleenen. Ende, dienvol-22ghends, heeft, door orde van mij, die nu ontrent een' maant, door 23 't fleresijn benoodight ben bij hujs te blijven, mijn schout vanGa naar eind23 24 Weesp ende Weesperkerspel, in welken oordt wel de meesteGa naar eind24 25 zwaarigheit valt, zich, met etlijke assistenten, en de voorzejde twee 26 booden, 's nachts voor den zondagh den 25en deezer, ujt der stadt 27 begeeven; ende koomende, ontrent half tien uuren, in zeekereGa naar eind27 28 hujsmans wooninge, geleeghen bij de ouwde ruijne van 't HujsGa naar eind28 29 ten Bosch binnen de graften, aldaar gevonden, neevens tien oft 12 30 persoonen, waaraf de helfte ontrent ontliep, eenen paap, zich 31 noemende Goovert Franken van 's Hartogenbos, ende zeggendeGa naar eind31 32 te resideren tot Moordrecht in Schielandt, alwaar hij zijnen naamGa naar eind32 33 zoude bekent gemaakt hebben, gelijk het schijnt bij acte, geteekentGa naar eind33 34 bij den Heere Harman van Wielijk, Baljuw ende Dijkgraaf, ende 35 bij G.D. v. Nijdek, secretaris van Schielandt, op den 6en Nov. 1641. | |
[pagina 478]
| |
36 Maar, zijnde de voorzejde paap binnen Weesp gebraght; zoo isGa naar eind36 37 aldaar gekoomen, bij mijnen voorzejden schout, de Heer van denGa naar eind37 38 Bosch, sustineerende dat nocht ik, nocht mijn schout gerechtight 39 was om eenighe acte van jurisdictie te pleeghen, op de werf vanGa naar eind39 40 't voorzejde Hujs, ende pretenderende, dat men zijn' Ed. met derGa naar eind40 41 zaake moest laaten beworden, volghends de leenbrieven, dieGa naar eind41 42 zijn' Ed. belooft heeft mij te doen vertoonen. 43'T welk zijnde al 't geene, waarmeede ik U. Ed. Mo. voornands 44 weete te dienen, bid ik den Almooghende de zelve U. Ed. Mo. in 45 gelukzaalighe regeeringe altijds te bewaaren ende in haare goede 46 gunste, 47Ede. &c. 48UEd. Mo. 49Onden ootmn dr 50P.C. Hóóft. 49T'Amsterdam, 27 50Jan. 1643.
Verslag van een door het Hof van Holland bevolen actie tegen de katholieken, van de tegenwerking van bepaalde plaatselijke gerechten, vooral Weesp en Weesperkarspel, en van de Heer van den Bosch, die voor zijn kasteel met omgeving aanspraak maakt op de hoge heerlijkheid. |
|