De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 476]
| |
1143 (Grotius aan W. de Groot.).... 1Historiam Hoofdii legere coepi, est opus egregium. Non placebit 2 fortè aliis dictio antiquaria. Sed praecessit in tali scribendi genere 3 eum Thucydides, et Sallustius de quo exstat carmen:Ga naar eind3
Et verba antiqui multum furate Catonis
5[regelnummer]
Crispe Iugurthinae conditor historiae.
6et nullo minor Tacitus. 7.... 824 Januarii 1643.
vertaling
.... Met het lezen van de Historie van Hooft heb ik een begin gemaakt; het is een uitstekend werk. Misschien zal anderen de oudmodische zegging niet bevallen. Maar voorgegaan is hem in zulk een schrijftrant Thucydides, en Sallustius, over wien het puntdicht bestaat:
Ook gij, steler in 't groot van woorden van Cato den Ouden,
Crispus, die 't Jugurthijns Koningsverhaal hebt bezorgd
en, niemands mindere, Tacitus. ....
24 januari 1643.
N.B. Op 3 augustus 1641 had Grotius blijkbaar al een blik geslagen in een fragment van het werk. Hij maakte toen een opmerking van dezelfde strekking tegen Willem over de ‘sermonis durities’. (Ep. quotquot no. 558, eerlang ed. Meulenbroek-Witkam XII). |
|