De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 475]
| |
1142 Aan zijn' Hoogheit.1Doorluchtighste, hooghstgeboore Vorst, 2genaadighste Heere,
3Zoo verre als ik, in 't opdraaghen mijner Historien aan Uw'Ga naar eind3 4 Hoogheit, geweest ben van te zien op eenigh ander voordeel, danGa naar eind4 5 de gloorie van een' goedertiere beaangenaaming mijner oot-Ga naar eind56moedighe geneeghenheit; zoo zeer heeft het Uwer Hoogheit 7 gelieft, het oogh meer op haar' ejghene grootheit, dan op mijneGa naar eind7 8 geringheit te houden, in 't oovertreffen mijner wensche, met de 9 staatlijke schenkaadje, mij ter handt bestelt, ujt haaren naame, doorGa naar eind9 10 den Heere van Zujlichem. Waardighen dank voor een' eere van 11 die soorte te bewijzen, ben ik alleen nocht maghtigh, nocht schul-Ga naar eind1112digh. Uw' Hoogheit heeft, in mij, al mijne naakoomelingen ver-13plicht: en die zilvere letteren van loflijk getuighenis, zullen teffens,Ga naar eind13 14 hun zoo wel als mij, zijn brieven van maaninge om eeuwigheGa naar eind14 15 erkentenis, en van vermaan tot d'ujterste vlijt om deeze Vorstlijke 16 weldaadt eenigher maate te verdienen. God geeve maar, dat de 17 geleeghenheit verschijne, waarin het Uwer Hoogheit behaaghe mij 18 met haare gebooden te begenaadighen. 'T welk ik van ganschen gemoede bid, kussende, op 't needrighste, de onverwinlijke handt 20 Uwer Hoogheit, en mij nijghende t'haarwaarts, met eenen ijver, 21 betaamende, 22Doorluchtighste, hooghstgeboore Vorst, 23genaadighste Heere, 24Uw' Hoogheits 25Getrouwsten onderdaan, en 26ootmoedighsten dienaar, 27P.C. Hóóft. 26T'Amsterdam, den xixen 27Januarij, 1643.
Dank voor het geschenk. |
|