De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 461]
| |
1135 Eedelen, gestrengen, erntfesten welwijsen Heere Mijn Heere P.C. Hooft Ridder, Drost van Muijden Baillu van Goijlant etc. tot Amsterdam.1Mijn Heere ende Me Vrouwe
2Uwer Eeden brief vloeijende van gunste t onswaerdts, is mij gisterenGa naar eind2 3 van Bergen t huijs komende ter handen gestelt, waer bij uweGa naar eind3 4 Eeden boven de alreedts genome moeijte over den doop van onsenGa naar eind4 5 Soon, den selven met hare seegeningen gelieven te bekrachtigen;Ga naar eind5 6 welckers werckinge wij te gemoet siende, Uwen Eeden opdragenGa naar eind6 7 eenen dienaer die te gelijck met het sogh, sijnen plicht tot Uwe 8 Eeden hebbende ingesogen, ende daerin sijnde opgewiecht, sichGa naar eind8 9 daer van als van een aengebooren ende aengeerfde schult sal willen 10 quijten, met Uwe Eeden ende den haren ten dienste te mogen sijn.Ga naar eind10 11 De Vuurvaten, die uwe Eeden tot sienlijcke teeckenen vandeGa naar eind11 12 geestelijcke toewensinge daer gelieven bij te voegen, soudenGa naar eind12 13 overtollich sijn voor den gheenen die haer, door voorgaendeGa naar eind13 14 proven derselve verseeckert houden, ten ware Uwer Eeden gunste, 15 van mildadigheijt swanger gaende het alsoo beraemt hadde; welckeGa naar eind15 16 wij danckbaerlijck aenneemende voor onsen jonghen, die sullen 17 opsluijten, tot hij het licht, 't welck Godt door sijnen H. Geest hem 18 wil deelachtich maken! daer op sal doen schijnen ende deselve tot 19 vaten van danckoffer weeten te gebruijcken. Onderwijlen sullen 20 wij God bidden, dat hij Uwe Eedt ende Me Vrouwe UEds 21 Gemalinne met alle de gheenen die haer lief ende weerdt sijn spare 22 in gesontheijt ende voorspoet ende t' uwer Eeden dienste,
23Mijn Heere ende Me Vrouwe, 24Uwer Eeden oytmoedigste, 25onderdaenste ende verplichste 26dienaer ende dienares 27A.S. van Zurck. 28Susanna Thibouts. 25Tot Leijden den 20 Decemb. 261642. | |
[pagina 462]
| |
Dank voor de aan de dopeling geschonken ‘vuurvaten’. |
|