De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3

Derde deel

Regelnummers proza verbergen

[p. 460]

1134 Eedelen, erntfesten, welwijzen, zeer voorzienighen Heere, Mijnen Heere Antonio Studler van Zurk, Heere van Berghen in Kennemerlandt, tot Lejde.

1Mijn' Heere ende Neeve,

2Wij hebben, door U. Eed. gunst, de eere genooten, van den 3 Jonkheer van Berghen aan 't waatervat voor te draaghen, omme³ 4 met zienlijk nat gedoopt te worden. Nu geeven wij ons de eere,⁴ 5 van een paar vuurvaaten voor te draaghen aan zijn' Eed, tot⁵ 6 zinnebeelden van den onzienlijken doop, die met ontfonking der⁶ 7 ziele in liefde tot God en de deughd, door den H. Geest, zal 8 geschieden, indien d'Allerhooghste, gelijk wij vertrouwen, onze⁸ 9 gebedt zoo genaadelijk verhoort, als wij het hartelijk doen. U. Eed.⁹ 10 gelieve gedient te zijn met deeze geringe gaaven, van zijnent¹⁰ 11 weeghe, t'aanveirden; ende daarbij te gedenken, hoe zeer wenschen 12 altijds te blijven en blijken,

13Mijn' Heere ende Neeve,

14van U. Eed. samt Mê Vrouwe, U. Eed. gemaalinne,

15D'ootmoedighste, onderdaanste,

16Dienaar en Dienaares,

17P.C. Hóóft. Helionora Hellemans.

18T'Amsterdam. Den 18^en van

19Wintermaant des Jaars

201642.

Het doopregister van de Pieterskerk te Leiden vermeldt op 26 october 1642 de doop van Anthonis, zoon van Anthonis Studler van Zurck, Heere van Bergen, en Susanna Thibaut, waarbij getuigen De heer Pieter Cornelisz. Hooft, Ridder, Drost van Muyden etc., de heer Christoffel van Hove en Vrouwe Heleonora Hellemans.

3 aan 't waatervat voor te draaghen: ten doop te houden.

4 zienlijk: zichtbaar, stoffelijk.

5 vuurvaaten: de symbolische betekenis (vgl. Matth. III: 11) blijkt duidelijk uit Hooft's brief en uit de analogie met ‘waatervat’: kandelaars, vgl. ook 1135.
voor te draaghen: te geven.

6 de geestelijke doop wordt met het ontsteken van een vuur vergeleken.

8 onze, vgl. 1029 r. 8.

9 het, nl. het gebed.

10 van zijnent weeghe: in zijn naam.

Minuut. UBA II C 11.590. - Afschrift KA CLXXIa^b139.