De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3

Derde deel

Regelnummers proza verbergen

[p. 413]

1101 Mijn' Heere Mijn' Heere P.C. Hooft, Baillieu van Goijland, Drost van Muijden etc Tot Amsterdam.

1Mijn Heer;

2In 't rijen langs 'tbolle Veen, daerdoor ick noch des middaghs op² 3 mijn Hofwijck quam t' eten, ontdreunde mijn hert dese obli-³4gatie. T'huijs komende vongh ickse in mijn' hand, en doese van⁴ 5 daegh naer Amsterdam drijven, tot versekering aen me Vrouwe de⁵ 6 Drostinne dat mijn voornemen even soo ernstigh is als haer E. 7 beleeftheid; ende aen U.E. dat ick oprechtel ben,⁷

8Mijn Heer,

10's Gravenhaghe, den 25^en

11Maij 1642.

10U.E. ootmoedighe dienaer

11CHuijgens.

2 In...veen: Onder het rijden enz. (Huygens keerde naar Den Haag terug, komend van Amsterdam. Hij was daar 20 tot 22 mei met de stadhouder en de koningin van Engeland, Henriette Marie (Br. II, Inleiding p. XI). Huygens reed 23 mei langs het drassige veen op de route rechtstreeks van Amsterdam naar Den Haag); bolle (WNT bol (VI) van de grond: slap, week, vol gaten, drassig; vgl. ook veen (I) 38/39); noch: De weg over Haarlem duurde langer, hij bereikte Hofwijck nog; des...t'eten: Dagboek, p. 38: 23 Maij: Reditus Hagam, ego Hofwici prandeo cum amicis (lunch met zijn vrienden) (quam t'eten: met het aspekt van nog op tijd zijn voor de maaltijd).

3 mijn Hofwijck: In december 1639 had Huygens een stuk land onder Voorburg gekocht, om er ‘een Huijsken van Vertreck, in tijde van sieckte ende anderssins’ te ‘timmeren ende beplanten’. In 1640 en 1642 kocht hij er andere landerijen bij en liet er een buiten zetten (Hofwijck, Vitaulium) (W. III, 129 noot 1). De inwijding van Hofwijck bezong hij in Vitaulium inauguratum (W. III, 174) van 9 februari 1642. Vgl. zijn brief aan Barlaeus van 13 februari 1642 (Br. III, nr 2948).
ontdreunde...hart: rees uit mijn hart op op het ritme van het rijden (per koets of te paard) (niet in WNT, ook niet op dreunen).
dese obligatie: deze overeenkomst, verplichting nl. de Verbintenisse van besoeck aenden Heere Hooft (W. III, 181) van 23 mei 1642, waarin Huygens beloofde in het najaar een bezoek aan Muiden te brengen. Pas 14 april 1643 (Dagboek p. 39, W. III 181, noot 3) kon hij zijn belofte nakomen.

4 vongh...hand: ving ik ze (die obligatie) in mijn hand (schreef ik ze op, legde ik ze vast op papier); doese...drijven: laat ze vandaag naar Amsterdam zweven (WNT drijven 3350) (Huygens blijft in het vogelbeeld).

5 tot versekering: om te verzekeren.

7 beleeftheid: vriendelijkheid, hartelijkheid.

Origineel. UBL Pap. 2.