De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 392]
| |
1092 Nobilissimo, doctissimoque viro D. Joachimo Vicofortio Eq: Lantgraviae Cattorum à Consilijs, Colviam......... 1Vale pectus amicissimum, et charissimam Penelopen cognatasque, 2 meis verbis, suaviter, non sine osculo, saluta. Zulechemi Domino 3 me totum offer et dic Tragoediam hic recitatam, autore vitriario,Ga naar eind3 4 homine omnis literaturae et Graecae et Latinae ignaro, cujus non 5 pudeat ipsum Sophoclem. Stupent mecum Hoofdius, Burchius, 6 Vondelius, Sinapius et quibuscunque vis est tanta dignoscendi. 7........ 8Amstelod. 10 Nov. 1641 8C. Barlaeus.
vertaling Aan den Hoogedelen en Zeergeleerden Heer, den Heer Joachim Wickefort, Ridder, Raad der Landgravin van Hessen, op 't huis ter Colven.
..... Vaarwel, bevriende geest, en groet uw dierbare Penelope en de nichtjes uit naam van mij recht hartelijk met een welgemeende kus. Bied aan den Heer van Zuilichem den volledigen inzet aan van mijn persoon, en zeg, dat hier voor vrienden een Treurspel is voorgelezen - de auteur is glazenmaker, een mens van alle literatuur, zo Griekse als Latijnse, onkundig -, waarover zich Sophocles zelf niet zou schamen. Verstomd met mij staan Hooft, Van der Burgh, Vondel, Mostert en allen, die het onderscheidingsvermogen bezitten, over zaken van zo hoog belang een oordeel te hebben. ... C. Barlaeus. Amsterdam, 10 november 1641. |
|