945 Al molto Illre Signore, Il Signor Giovanbabtista Pallotto, Alla Haija.
1Di grandissima consolatione m' é stata la sua lettera, per il gusto 2 ch' hó preso, leggendo il trattato del Capitan perfetto, et la 3 scrittura, bramata per essermi raccommandata dal sagacissimo 5 suo giudicio; ma principalmente perch' ella fá fede, come V.S. s' é 6 degnata, di conservarmi, ancorche absente et di niun merito, 7 nella sua memoria. Hora le rimando la detta scrittura col libretto; 8 benche, tardi per haver aspettata l'opportunitá d'indirizzarli 9 insieme con qualch' altra cosa al Signore di Zujlichem. Le piacera 10 d'accettar questa scusa, et favorirmi dove ci saró buono de suoi 11 commandi. Intanto la ringratio infinitamente del ricevuto honore, 12 et augurandole ogni bene et contento, mi rimango, con bacciarle 13 humilmente le mani,
14D' Amsterodamo, alli di Febraio, 1639.
vertaling
Uw brief deed mij veel genoegen vanwege het genot dat ik heb gehad bij het lezen van het tractaat over de volmaakte veldheer en het geschrift dat ik zo vurig verlangde omdat het mij door uw scherpzinnig verstand was aanbevolen, maar hoofdzakelijk omdat uw brief getuigt, dat Uwe Edelheid zich heeft verwaardigd, mij in herinnering te houden, ondanks mijn afwezigheid en mijn geringe verdiensten. Nu zend ik u het genoemde geschrift met het boekje terug, weliswaar iets te laat, doordat ik op de gelegenheid heb gewacht om ze samen met iets anders aan de Heer van Zuilichem te kunnen sturen. Ik hoop dat u deze verontschuldiging wilt aanvaarden, en mij met uw opdrachten begunstigen als ik in staat ben, ze uit te voeren. Intussen bedank ik u tenzeerste voor de ontvangen eer, en u alle goeds en vreugde toewensend, verblijf ik, u nederig de handen kussend (enz.)
Uit Amsterdam de februari, 1639.
Commentaar
G.B. Pollotto, broer van Alfonso (768), was kapitein in dienst van de Republiek, edelman ‘van de kamer van S. Hoochheyt’, overleden in 1641. Welk geschrift Hooft hem hierbij terugstuurt is niet gebleken.