De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

Tweede deel

Regelnummers proza verbergen

[p. 655]

710 [J. v.d. Vondel aan P.C. Hooft]

Vondel stuurt Hooft een afschrift van een brief van Hugo de Groot aan hem, gedateerd Parijs 5 juni 1635, waarin hij o.a. vragen beantwoordt die Vondel terwille van zijn Constantinade gedaan had. V. voegt aan het afschrift een naschrift toe dat op De Groot's tekst slaat, het blijkt niet waarom hij dit aan Hooft stuurt. Zie Vondelbrieven ed. J.F.M. Sterck, Amsterdam-Sloterdijk 1935, blz. 81 v.

1 tloopen met de wagen, singen/snaerspelen was bij de Griecken/edel, 2 bij de Romeinen onedel/en veracht.

3 doch bedanck de heer Barleus seer/van het toesenden van sijn oratie³ 4 over de/wonderlijckheden der menschelijcke siele/tselve wordt hier 5 seer gelesen en gepresen/dit most ick uwe E mede deelen en blijve 6 uwer E. gewillige dienaer

7 J.V. Vondel.

8 t Amsterdam 1635 den 18 Junij

9 Aen mijn heer den Heer

10 P. Cornelisz. Hooft

11 Drost te Muyden

3 oratie: Oratio de animae humanae admirandis, in februari 1635 gehouden.

Hs. UBL. Pap. 2.